2 november 1933: Ritter aan Coenen
Hooggeachte Heer Coenen,
Onze feuilletons ontvangen wij steeds van een perscombinatie, de Locale Pers, te den Haag, Groothertoginnelaan 82. Dit is dus eigenlijk de plaats waarheen U zich moet wenden.
Doch daar ik het werk van Uw kennis niet heb gelezen zou ik U willen vragen of zij mij maar eens iets ter inzage wil sturen. Ik kan het dan eens doorzien en eens overwegen wat ik kan doen. Dezer dagen begint de Utrechtsche raad de gemeentebegrooting te bespreken, en daar ik de zittingen ambtshalve moet bijwonen zal het nog wel even duren voor ik U nader over het werk kan inlichten.
Met hoogachting en vriendelijke gr.
P.H. Ritter Jr.