6 april 1932: Ritter aan Coenen
Hooggeachte Heer Coenen,
Een nog geheel onbekend schrijver, die nimmer iets heeft gepubliceerd zond mij een manuscript vervat in twee cahiers, dat ik U tegelijkertijd met dezen doe toekomen.
Ik vond deze aforismen zoo merkwaardig, hoewel er ook zwakkere plekken in zijn, dat ik er bizonder veel prijs op stel Uw oordeel erover te vernemen.