21 mei 1929. Coenen aan Ritter
Correspondentiekaart.
Zeer geachte Heer Ritter,
Gaarne wil ik een boeken-praatjesbeurt willen. Doch van half Juli tot half Augustus liever niet. Vacantiewege. Ik hoop dat deze voorwaarde de zaak niet onmogelijk maakt.
Over het boek verneem ik dan nog graag nader. Met groeten en hoogachting uw dw.
F. Coenen