Oma slaapt in de kamer achter de voorkamer.
De deur van haar kamer is meestal dicht.
De ramen zijn ook bijna nooit open.
Het is donker in oma's kamer.
Pas 's avonds slaapt oma in haar kamer.
Opa's kamer is achter oma's slaapkamer.
Zijn deur is in de gang.
Opa zit in zijn kamer wanneer we daar zijn.
Zijn deur staat altijd open.
In de gang staat de trap naar boven.
Boven wonen tant' Sylvie en Rosy.
Tant' Sylvie heeft veel mooie dingen in haar kamer.
Ik zie veel bij haar in de kamer.
Tant' Sylvie is ook mooi.
Ze houdt van lachen.