185. De hond van 's Graven-Wezel.
Te 's Graven-Wezel woonde in vroeger tijd een man, die een zwarten hond bezat, welke hem zeer getrouw was. De man overleed, en zie, elken nacht brak zijn hond los en snelde naar het kerkhof, waar hij tot 's morgens toe op het graf van zijn meester jankte en huilde.
Weldra wist iedereen op het dorp wat er gaande was Sommigen beweerden zelfs, dat de doode uit zijn graf opstond, om zijn getrouwen hond tot bedaren te brengen. Doch niemand durfde zich des nachts op het kerkhof wagen, om met zijn eigen oogen te zien wat er gebeurde.
Toen besloot men den hond met een zoo stevige ijzeren ketting te binden, dat hij onmogelijk zou kunnen losgeraken. Wonder genoeg, op klokslag middernacht sprong de hond met een enkelen ruk zijn ketting aan stukken en snelde als een pijl naar het kerkhof, waar ditmaal een drietal boeren hem volgden.
Toen de hond een tijd lang vreeselijker dan ooit op het graf gehuild had, scheurde de aarde open, en in een zee van vuur en vlammen kwam de overleden boer te voorschijn. De hond jankte niet langer. Maar des anderdaags vond men het geheimzinnige dier dood op het kerkhof liggen.
('s Graven-Wezel.)
In Volkskunde, II, 46. Vgl. WOLF, Nederl. Sagen, nrs 499 en 500.