Een woord vooraf.
We bieden hier den lezer 273 Vlaamsche sagen aan, ik ging bijna zeggen ‘nieuwe’ Vlaamsche sagen, want behalve een 50-tal nummers (14 van Pol de Mont, 11 van M. Verkest, 6 van A. Gittée, 3 van V. Loveling, 2 van A. Pauwels, 1 van Em. de Bom, 1 van Is. Teirlinck, 1 van H. Van Wilder, de rest uit mijn eigen verzameling), die in de 25 jaarg. van ‘Volkskunde’ verschenen, hetzij ajzonderlijk, hetzij in den tekst gevlochten; - behalve ook een 3-tal sagen (nrs 199, 205 en 222) uit P. de Mont en A. de Cock, ‘Vlaamsche Vertelsels’ overgenomen, omdat ik ze belangrijk vind en ze zelf te Denderleeuw opteekende; - behalve nog nr 265 (uit het ‘Belfort’) en enkele nummers (153, 188, 195, 203, 214, 218, 219, 227, 254), die, met lichte wijzigingen, eveneens bij Wolf (‘Niederlândische Sagen’) of bij de Cock-Teirlinck (‘Brab. Sagenboek’) te vinden zijn, - behalve de boven aangehaalde nummers bevat deze bundel uitsluitend nieuwe, onuitgegeven sagen. Het voornaamste kenmerk van mijn verzameling is, dat al de sagen zonder uitzondering in de laatste 30 jaren uit den volksmond werden opgeschreven. Ziedaar een punt van belang.
Wanneer een geleerde een verzameling sagen in handen krijgt, waarvan een aantal, vaak het grootste gedeelte, aan gedrukte of geschreven bronnen werd ontleend, zoo zegt hij dikwijls: ‘Jammer dat de schrijver niet onderzocht heeft in hoeverre die oude vertelsels nog voortleven onder het volk’. In dezen bundel kan men dus nagaan welk slag van sagen en legenden bij de menigte in omloop is, en menig nummer dagteekent zelfs uit onze dagen. Dat geldt vooral voor de heksensagen, die in zulk overwegend aantal in mijn verzameling aanwezig zijn: bijna de helft (120 op 273). Is dat niet kenschetsend voor het volk? Het is verbazend hoe diep het geloof aan heksen en hekserij nog bij de menigte is ingeworteld.
| |
Dikwijls, nadat de volksvrouw mij zoo 'n tooverhistorie verteld had, voegde zij er bij: ‘Ja maar, meneer, dat is geen vertelsel, zulle, dat is waar gebeurd’. En zij zelve is er vast van overtuigd. Dat geldt in weinig mindere mate voor de duivelhistories en de spookgeschiedenissen, want hekserij en spokerij reiken elkaar de hand. Zie ten andere ook ons nr: ‘Bij den Duitìel in dienst’.
Hier laat ik thans de alfabetische lijst volgen dergenen, die de vertelsels opschreven, met de opgave van de nummers:
Baekelmans (Lode), van Antwerpen (25, 191). |
Bosman (Mej. Hon.), van Wichelen, thans schoolbestuurster te Ninove (9, 74, 85, 91, 93, 121, 124, 127, 128, 129, 138, 144, 149, 150, 158, 160, 169, 171, 179, 182, 184, 194, 196, 203, 204, 217, 220). |
Coeckelbergs (Fr.), van Heist-op-den-Berg (13, 14, 37, 41, 43, 79, 88, 89, 133, 135, 146, 152, 159, 166, 170, 190, 192, 237, 260, 261). |
De Backer (Aug.), van Liedekerke (28, 95). |
De Bom (Em.), van Antwerpen (162). |
Deckers (Alj.), van Boisschot (90, 92, 216). |
De Cock (Alj.), van Herdersem, later te Denderleeuw, thans te Antwerpen (2, 3, 6, 7, 10b, 12, 16, 19, 24, 35, 38, 39, 40, 42, 44, 45, 46, 49, 50, 51, 52, 55, 60, 61, 63, 75, 77, 78, 83, 84, 97, 102, 103, 104, 106, 108, 110, 114, 115, 116, 122, 123, 126, 131, 134, 139, 141, 143, 151, 161, 163, 165, 167, 174, 181, 187, 188, 189, 197, 199, 205, 207, 208, 209, 213, 222, 223, 227, 231, 235, 238, 239, 243, 244, 245, 247, 263, 269, 272). |
De Meyer (M.), van Hamme, Oostvl. (195). |
De Meyere (V.), van Boom (235d, 236b). |
De Mont (Pol), van Wambeke, thans te Antwerpen (17, 82, 125, 132, 157, 172, 183, 185, 193, 210, 211, 256, 257, 266). |
De Paepe (A.), van Sleidinge (265). |
De Vos (Dr. Am.), van Exaarde (214a). |
De Wolf (Ben.), van Wieze (1, 53, 64, 67, 68, 69). |
Germonprez (Mej. A.), van St. Elooi's-Vijve (94, 175, 176, 180). |
Gittée (Aug.), van Gent (246, 255, 258, 267, 270, 271). |
| |
Haems (J.), van Lebbeke, thans te Munkzwalm (173, 177, 241, 262, 264). |
Kuypers (V.), van Pepingen (186, 218). |
Loveling (Mej. V.), van Gent (232, 233, 253). |
Monteyne (Lode), van Antwerpen (201). |
Pauwels (Ad.), van Deinze (230, 250). |
Penne (Cyr.), van Bakergem-Ninove (5, 27, 33, 54, 71, 249). |
Persijn (Mevr. Wede), van Wachtebeke (214b). |
Scheltjens (Lod.), van Rupelmonde (76, 221). |
Staels (J.), van Iddergem (47, 117). |
Steppé (Mej. Ad.), van Oelter, thans schoolbestuurster te Jette (96, 240). |
Teirlinck (Is.), van Zegelsem, thans te Brussel (248, 259). |
Uyttersprot (C.), van Denderbelle (4, 8, 21, 22, 23, 26, 29, 31, 32, 34, 58, 62, 65, 66, 70, 72, 73, 86, 87, 98, 99, 100, 101, 107, 109, 111, 112, 113, 136, 137, 147, 148, 154, 168, 198, 200, 202, 206, 212, 235, 236, 254). |
Van de Velde (Mevr. G.), van Wijnegem (18, 36, 234). |
Van Langenhove (Em.), van Welle (57, 153, 207). |
Van Mele (A.), van Daknam (130, 145, 164, 215). |
Van Opdenbosch (L.), van Neigem, thans volksvertegenwoordiger (155, 156). |
Van Wilder (H.), van Denderwindeke (15, 20, 30, 48, 56, 59, 80, 81, 178, 242, 268). |
Verbraeken (Ad.), van St. Gillis-Waas (118, 119, 120, 140). |
Verkest (Med.), van Brugge (10a, 11, 142, 224, 225, 226, 228, 229, 251, 252, 273). |
Antwerpen, 19 Augustus 1920.
|
|