Den pyl der liefden
(1609)–Arnoldus Cobbault– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
II.Want ick word' voor mijn jaren
Van Cupido doorwont
Tweemaal thien openbaren
Nu nauwlijcx mijnen gront
Pallas aan mijnen mont
Schildert nau gulden haren
End' ick ben int verbondt
Van liefden bange scharen.
| |
III.Mijn herte moet verteeren
Met herte liefd' omrandt
Als Icarus sijn veeren
Smelt voor der Sonnen brandt
Icarus moest met schandt
Noch leeger vliegen leeren
End' ick moet mijn verstant
Tot u soo hooch niet keeren.
| |
IV.Meestersse die dees vieren
Stoockt in mijn dorstich hert
| |
[pagina 66]
| |
Wat sal het u vercieren
Dat ick verlooren werdt
Oft groeyt ghy in mijn smert
Gelijck de wreede dieren
Sulcx waar een quade pert
End' tegen u manieren.
| |
V.Comt Godlijcke Najaden
Brengt cruycken vol van wijn
End' soeckt aan allen paden
Geluckich Medecijn
Soeckt my Lethes venijn
Oft Moly onberaden
Om dese snoode pijn
Wt mijn gemoet t' onladen
| |
VI.Geen wateren noch cruyden
Connen blusschen de Min
Int Noorden noch het Suyden
Vint ghy daar toe gewin
Ghy die in mijnen sin
Meesterssche zijt ghepresen
Gheeft ghy my drancken in
Soo werd' ick stracx genesen
| |
VII.Menckt ghy u liepkens roode
Aan mijnen bleecken mondt
Van dese quale snoode
Werd' ick dan voort gesondt
Oft my alleene jondt
Te wesen uwen boode
End' suyvert mijne wondt
| |
[pagina 67]
| |
Eer my Cupido doode.
| |
VIII.Al mijn geluck end' leven
Wacht ick van u verheugt
Want ick heb u gegeven
Den sleutel van mijn jeugt
Ontfermet want ghy meugt
V knecht God in verheeven
Tis een onachtbaar deugt
Te lanck gestoort gebleven.
| |
IX.VVie sal ick nu recht clagen
Mijn passien end' leet
VVie salick nu raat vragen
VVaarlijck ick niemandt weet
VVant in mijn cortsen heet
Neemt mijn Meesters behagen
De tranen die ick sweedt
Connen haar niet versagen.
| |
X.Steyle Clippen end' Bergen
Eenige bosschen wijdt
In u wil ick my bergen
End' eynden mijnen tijt
Dat Cupido vol nijt
My niet meer come tergen
Maar voor der liefden strijt
Cāmen sich bergen nergen,
| |
XI.VVaar salick my dan wenden
Om t' ontgaart desen bast
Mane wil tot my senden
V kerre snel gepast
| |
[pagina 68]
| |
Eer my de liefd' verrast
Wt sijne groene benden
Voert my met desen last
Elders aan swerelts enden.
| |
XII.End' wat soudt my dan helpen
Soo verd te zijn, van dy
Soud' dat mijnen smerten stelpen
Oft dese raserny
Neen, dit beken' ick vry
Datick by u mijn schoone
Moet wesen end' daar by
Cryg' ick droef heyt ten loone.
| |
XIII.Hoe salick het dan maken
Dewyl ick self mijn plaach
Naar tracht end' neem vermaken
In mijn sucht met geknaach
Niet dan dat ick verdraach
Der liefden durich blaken
End' hoop' dat alle daach
Mijn droeffenis sal staaken.
| |
XIV.Princersse jaa Goodinne
Door uwer schoonheyts licht
De stof end' die voochdinne
Van alle mijn gedicht
Bestraalt door u gesicht
Mijn hert, te coel van sinne
Welck op dy heeft gesticht
Sijn yverige Minne.
FINIS. |
|