Epigramma.
OOrsaake van mijn liedt,,oorsaake van mijn leedt
Meesterse vā mijne vreed',,mijne meestersewreet
Saagte salf tot mijn herdt,,salf tot mijn wonde hardt
Trou Boetsel tot mijn smert,trouw' voetsel tot mijn smerdt
Princersse vol van sticht,,Princersse die quaat sticht
Fackel die my verlicht,,end duystert al te licht
Jonckvrouw die ick bemin,,ghy haat my niet te min
Ghy verweert mijnen sin,,ghy verweert mijnen sin
Mijn schoone, mijn genoecht,,ghy houdt mijn ongenoecht wroecht
Som wijl mijn jeugt,,vervroecht,,somwijl mijn herte
Ghy zijt mijn blijd' beval,,ghy zijt mijn droevenval
Ghy zijt mijn heunig al,,ghy zijt mijn bittergal
Ghy zijt die my bystont,,end' laat my weer terstondt,
Ghy zijt die my verwont,,ghy zijt die mijn hert wōdt
Ghy zijt die my genaast,,ick ben myn droef h[...]rnaast
Ghy zijt die my belaast,,end' ghy verliet my laast
Op eenen goeden voet,,wort nu mijn liefd' gevoet
Dan weder mynen moet,,ind' asschen sincken moet
Want siet verteerend vier,,der liefden dien ick vier
Om u reyn adel dier,,becomt my doch te dier
Al dese cortsen heet,,ghy my te lijden heet
Als ick myn smerten meet,,ghy u in my vermeet
Op u gesette wet,,hebb' ick myn sin gewet
Nochtans so val ick net,,in liefden struyckel net
O mijn schoon cyraat,,neemt voor u desen raat
Dar ghy my niet en laat,,eert eenmaal wort te laat
Ma[...] ick u geniet,,en keert u van my niet
Eer myn hert [...]siedt,,door brandt, nu niet meer siet
|
|