De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Schoon is de zon... Schoon is de zon, schoon is de gouden dag, schoon zijn de menschen, die daar gaan in 't licht. Elk schamel woord rijst als een zuivre lach, elk schuw gebaar zwelt tot een trotsch gedicht. Mijn hart klopt vroolijk, met versnelden slag, en groeit, van duizend blijde droomen licht, de vooglen jublen, waar 'k mijn schreden richt, schoon is de wereld, waar ik wandlen mag. Klaar vloeit het water, waar de diepten zijn de spieglen van der heemlen zonneschijn, en 't is of uit de diepte een lied rijst, wonderschoon... De klokken zingen, 't loover ruischt, de wind is om mij heen gelijk een spelend kind, de Vreugd regeert, de Schoonheid draagt de kroon. Vorige Volgende