De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] Zijn niet de wolken schoon... Zijn niet de wolken schoon, die door de luchten roeien, de bloemen, die in 't licht der dagen opengaan? Mijn hart, mijn arm groot hart, wil breeder wieken slaan, en 'k voel het machtig, in den roes der schepping, groeien. 'k Voel in mijn oogen 't licht der westerheemlen bloeien, den schuchtren trots van 't woud in mijn gedachten staan, en door mijn droomge ziel, bevrijd van ijdlen waan, de klare waatren van mijn zonnig Vlaandren vloeien. De wolken van mijn land gaan door mijn woelend hoofd, zijn blauwe luchten spannen bogen rond mijn droomen, der klokken klankenvloed doorbruist in breede stroomen mijn vroom-gedragen lied, dat al wat schoon is, looft. 'k Heb Vlaandrens schoonheid in mijn wezen opgenomen, een zon van blijheid, wie geen winter meer verdooft. Vorige Volgende