De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Stil-vredig gaan de menschen... Stil-vredig gaan de menschen langs de wegen, en blijde kindren spelen langs de straat; de lentedag groeit in den zonnezegen; ik zie een lach, die bloeit op elks gelaat... Ver-vreemde stemmen fluistren zacht mij tegen een teer geluid, dat mij niet meer verlaat, een lied, dat lange jaren heeft gezwegen, en thans, gewekt, weer door mijn dagen gaat. 'k Voel hoe mijn hart, betooverd, feller slaat, mijn ziel, die nieuwe vleuglen heeft gekregen, bevrijd, verreind, in gulden glansen baadt, en juichend, ver van aardsche zorg en smaad, in 't laaiend licht ter hemelen gestegen, mij, arme, leidt ten nieuwen dageraad... Vorige Volgende