De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Zomerweelde Laaiende kleuren allerwegen, zinnenstreeling, oogenlust, ruischende reuken, zonnezegen, die mijn brandende lippen kust. Vlammende roode rozen bloeien, stralend zwelt het bevruchte land, de weiden glanzen, de wouden gloeien, hemel en aarde staan in brand. Geurende glorie van rijpende bloesems, gewiegd op der vogelen blij geschal, vonkelende oogen, zwellende boezems, blakende harten overal. Droomen, die naar de heemlen stijgen, trotsch, in het licht, hun vleugelen slaan, en mijn lied, dat niet kan zwijgen, maar omhoog, naar de Zon wil gaan. Vorige Volgende