De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] Ik zing... Ik zing, omdat de vogels zingen, omdat het groen, aan elken boom, mij wekt tot liefde en meigedroom, en duizend geuren mij doordringen. Ik zing, omdat mijn hart weer bloeit gelijk een roos in zonnegloren, en dat een wonderzoet bekoren uit elk geluid mij tegengroeit... Ik zing, omdat de blauwe luchten doorspeeld van zoenend zonnegoud, zich vlijen aan het zwellend woud, dat blij ontwaakt, vol meigenugten... Ik zing, omdat een nieuw Getij zich op den ouden winter entte... Ik ben de droomer van de lente, ik ben de doolaar van de Mei. Vorige Volgende