De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Morgenvreugd Mijn handen vinden d' arbeid licht, dien 'k met een glimlach zegen; de morgen kust mijn aangezicht, de vreugde is op de wegen... 'k Wil rustig in den nieuwen dag mijn blijde krachten doopen; mij straalt der zonne blijde lach steeds wijder verten open... Mijn blik begroet de oneindigheid der blauwe horizonnen, 'k hoor ruischen, waar ik zingend schrijd, verborgen vreugdebronnen. Mijn boezem zwelt ter koele klaart, mijn ziel groeit naar den Hoogen, mijn is de hemel, mijn is de aard, en 't Licht is in mijn oogen... Vorige Volgende