De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] De eerste blaarkens O de eerste blaarkens in den lentedag, schuchter en teer als maagdelijke droomen, die huivrend van een wonderzoet ontzag in 't heimnisvolle leven kijken komen... O de eerste blaarkens, de eerste blijde lach van duizend vreugden, die den langen, loomen, verstijfden winter nauw ontvlucht, de boomen speelziek omwaaien met hun vreugdevlag. O dat mijn oog die glorie schouwen mag, zich dronken drinken aan de blijde stroomen van nieuw jong leven, dat den moeden slag mijns harten sterkt, en 't wintersch spinnerag van mijn bedrukten geest heeft weggenomen... O de eerste blaarkens in den lentedag... Vorige Volgende