De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Zonnefeest O groene blaarkens, die den killen grond ontspruiten, lijk vreugdgedachten aan den afgetobden geest; o prille bloemkens, die haar teedren kelk ontsluiten, - wat is de winter lang en zonder zon geweest! Nu dwaal ik met mijn droom vrij door den groenen buiten, waar 't groeiend leven stil mijn oude pijn geneest; de zon omhelst mij zacht, ik hoor de vogels fluiten, en 'k jeun mij als een kind in 't ruischend zonnefeest... 'k Voel, trillend, in mijn ziel geheime vleuglen groeien, mijn lang-verdoken krachten zwellen naar het licht dat allerwegen kust mijn lachend aangezicht, en, van den druk bevrijd der grijze winterboeien vlijen zich eindeloos, ten zuivren horizon, de velden aan het hart der jonge lentezon... Vorige Volgende