De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] IV. Ik heb uw schoonheid Ik heb uw schoonheid in mijn ziel gevangen, waar zij nu stralen zal voor allen tijd, beeld van mijn min, bronader van mijn zangen, en weerglans aller heemlen majesteit. 'k heb in mijn hart, vol eindloos-zoet verlangen, een dienst van stille aanbidding u gewijd, uw heilig beeld, in vromen zin, omhangen met al wat vol licht-gulden heerlijkheid in pure diepten van mijn wezen bloeit, en zoo steeds, van uw glorie volgevloeid, trotsch aan uw schoonheid zich mijn oogen laven, iets hoogers is het, dat aan u mij boeit, de wondre schat van hart- en geestesgaven, waaruit me uw wezen, godlijk, tegengroeit... Vorige Volgende