De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Het volk is schoon en groot... Het volk is schoon en groot, - een kind vol blij vertrouwen, dat lieflijk, om een woord van teedre goedheid, lacht, doorlaaid van geestdrift, sterk van ongetemde kracht, met oogen, die verrukt naar 't wonder leven schouwen. Het volk is groot en schoon, mijn teerste liefden vouwen vleiend haar vleuglen dicht om de ongeschaafde pracht, die in zijn diepten, nóg door druk en rouw gesmacht, wacht op den blijden kus der lichtende landouwen... Het volk is groot en schoon in deugden en gebreken, een reus die bergen torst, granieten rotsen breken kan met zijn ijzren vuist en stroom en zeeën dwingt, maar zacht is als het lam, dat in de dalen springt, en goed gelijk het kind, dat nimmer moegekeken, steeds nieuwe wondren vindt en, zonder zorgen, zingt... Vorige Volgende