Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijOp de wyse: Aenhoort wat Mattheus heeft gheschreven.
TOnsen profijt,Ga naar margenoot+
Laet ons doch naer 'tbetamen,Ga naar margenoot+
Nu met jolijt, 'Trijc Gods soecken te samen
Voor alle dinck int ramen,
By namen // dient dit ghedaen,
Dus laet ons by tyde bestaen, Soo voort te gaen.Ga naar margenoot+
O wat een schat,Ga naar margenoot+
Is dit voor d'aertsch omringen, 'Tgaet bovenGa naar margenoot+
dat, 'Tgeen men hier mach voortbringenGa naar margenoot+
'Tduyrt eeuwich sonderlinghen,Ga naar margenoot+
'Tzijn dinghen // heerlijck bereyt,Ga naar margenoot+
Sy duyren inder eeuwicheyt, Soo 't is voorseyt.
Nu is den tijdtGa naar margenoot+
Den wy moeten orbooren, Sonder respijt,Ga naar margenoot+
Nae 't Goddelijck behoren,
Vrienden weet dit vercooren,
Te vooren // datmen hier naer,Ga naar margenoot+
Genen tijt en sal hebben daer, Maer 'tclagen swaer.
Int clare licht,Ga naar margenoot+
By daegh en niet by nachte, Wie 'tsnachtsGa naar margenoot+
soeckt dicht, Gheen vinden hy en wachte,
Al soeckt ment soo onsachte,
Ick achte // 't is al verdriet,Ga naar margenoot+
Duysternis moetmen laten siet Oft ten helpt niet.Ga naar margenoot+
| |
[Folio Zz3v]
| |
Ga naar margenoot+Snel moet men met
Ga naar margenoot+Der tonghen daer na vraghen,
In het gebet, Tot Godt roepen en claghen,
Ga naar margenoot+Verslaghen // moeten sien al,
Ga naar margenoot+Waer men 'trijc Gods in desen val, Nu vinden sal.
Int soecken moet,
Ga naar margenoot+Men den voet derwaerts setten,
Ga naar margenoot+Lieflijck en soet, Hier dient men op te letten,
Oft men sonder verpletten,
Ga naar margenoot+Die wetten // der liefden heeft,
Totten rijcke nu seer beleeft, En daer aen cleeft.
Alsoo noch meer,
Ga naar margenoot+Moet men een ghemoet vaten,
Tot Godes eer, Nimmermeer af te laten,
Maer volherden tot baten,
Ga naar margenoot+Der maten // int soecken vry,
Ga naar margenoot+Wiet also soeckt sal vinden bly, Gelooft het my.
Ga naar margenoot+Nu laet ons dan,
Ga naar margenoot+Wijsselijck wel beraden,
Ga naar margenoot+Cloeck als een man, Soecken die rechte paden,
Ga naar margenoot+Wie onwijslijck beladen,
Ga naar margenoot+In daden // nu hier voort gaet,
Al dat hem te verwachten staet, Is niet dan quaet.
Soo neerstelijck, Wilt die sake beginnen,
Dat hemelrijck, Te soecken en te winnen,
Ga naar margenoot+Dat ghy meucht comen binnen,
Ga naar margenoot+Versinnen // moet men dit cloeck,
De traghe knecht vercrijcht den vloeck
Ga naar margenoot+Swart als een roeck,
Ga naar margenoot+Seer droeflijck mee, Moet ment soecken
Ga naar margenoot+waerachtich Door therten wee, Gestadich
wesen clachtich, En soecken sterck en machtich,
Aendachtich // met sorgen groot,
Ga naar margenoot+Wie lacht in 'sweerelts vreuchde bloot,
Ga naar margenoot+Hem naeckt de doodt.
| |
[Folio Zz4r]
| |
OOck zijn sy vry,
Welsalich in haer saken, Die nu by ty,
Haer neerstelijck op maken,
Dat sy moghen gheraken,
En smaken // 'trijcke Gods schoon,Ga naar margenoot+
Och sy cryghen tot eenen loon, Des levens croon.Ga naar margenoot+
Nu wy dan soo,Ga naar margenoot+
Den wegh daer henen weten,Ga naar margenoot+
Ende oock hoe, Nu die manieren heten,Ga naar margenoot+
En dient het niet versmeten,Ga naar margenoot+
Vergeten // maer met verstant,Ga naar margenoot+
Neerstich genomen metter handt, Aen elcken cant.
|
|