Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijOp de wyse van den 103. Psalm: Mijn ziel wilt den Heer, etc.
Ga naar margenoot+NAer dat ghy nu te samen zijt gheseten,
Ga naar margenoot+So en wilt doch des Heeren niet vergeten
Ga naar margenoot+Maer danckt, looft en prijst hem van herten gront:
Ga naar margenoot+Wilt u in sijn Goddelijck Woordt vermaken,
Ga naar margenoot+En daer naer stelt ghehoorsaem al u saken
Ga naar margenoot+In hem is trouwe, hy houdt sijn verbont.
Ga naar margenoot+Elck een behoeft dit neerstich te beproeven,
Ga naar margenoot+Oft hy oock nieu gheboren is van boven,
Ga naar margenoot+Want anders mach hy in't Rijcke Gods niet gaen:
Ga naar margenoot+Wie vleeschlijc leeft, sal eeuwich moeten sterven
Ga naar margenoot+Dat helsche vyer sal ziel en lijf bederven:
Ga naar margenoot+Wee haer, die aen de slincker zyde staen.
En de stem niet en sullen moghen hooren,
Ga naar margenoot+Die seggen sal: Comt ghy mijn uytvercooren,
Besit dat Rijck, dat u langh is bereyt,
Ga naar margenoot+'Tis 'tRijck mijns Vaders, het wordt u ghegheven,
Ga naar margenoot+Ghy sult nu comen in het eeuwich leven,
Die haer bereyden, cryghen dat bescheyt.
Laet daer na zijn doch alle u verlanghen,
Ga naar margenoot+Dat ghy de Croon des levens meucht ontfanghen,
Die Christus dan den synen gheven sal,
Ga naar margenoot+Die hem na volghen met het Cruys gheladen
Ga naar margenoot+En wellust der booser Weerelt versmaden,
Die sullen dan zijn van sijnen ghetal.
Ga naar margenoot+Tot dat hy comt, wilt altijt neerstich waken
Ga naar margenoot+Weest doch niet traegh in goe bequame saken,
| |
[Folio Bb2r]
| |
Want elck werck sal daer hebben synen loon,Ga naar margenoot+
Men mach ter werelt niet dienen twee HeerenGa naar margenoot+
Hebt Godt lief, wilt u van den Mammon keerenGa naar margenoot+
Bedroch is in hem, al schijnt hy seer schoon.
Houdt dat ghy hebt, laet u dat niet beroven,Ga naar margenoot+
Al quam een Engel, laet u niet verschoven,Ga naar margenoot+
Die anders leert, van dat ghy hebt ontfaenGa naar margenoot+
Van Iesu Christo, wilt daer niet van wijcken
Al bruyckt de vyandt velerhand' practijcken,
Hy comt altijt met loosheyt op de baen.
Is Godt met ons, wie sal ons moghen deeren?Ga naar margenoot+
Ofte ons doen van syner liefden keeren,
Die hy aen ons nu heeft bewesen bloot,Ga naar margenoot+
En voor sijn kinders ons heeft aenghenomen,Ga naar margenoot+
Hy wil ons ghenadich te hulpe comen,
En helpen ons volherden tot der doodt.Ga naar margenoot+
Nacht en dach hebt doch al u userenGa naar margenoot+
In de groote volcomen Wet des HeerenGa naar margenoot+
Weest doch een dader, gheen hoorder alleyn
Men soud' u anders den mensche ghelijcken
Die hem in eenen spiegel gaet bekijcken,
Die dat vergeet, hy zy schoon oft onreyn,
Salich zijn die, gaet Christus openbaren,Ga naar margenoot+
Die Gods Woort hooren, en getrou bewarenGa naar margenoot+
Die sullen van synen gheslachte zijn,Ga naar margenoot+
Sijn Moeder en sijn Broeder sal hy wesenGa naar margenoot+
Hy sal haer schincken in sijn Rijck ghepresen,Ga naar margenoot+
Den lieffelijcken soeten nieuwen wijn.Ga naar margenoot+
Iae broot des levens sullen sy daer etenGa naar margenoot+
En aen sijn tafel met hem zijn gheseten,Ga naar margenoot+
Het houdt des levens is voor haer bereyt:Ga naar margenoot+
Die overwinnen en ghetrou volheerden,Ga naar margenoot+
En Christum altijt naer volghen op eerden,Ga naar margenoot+
Soo hy ons dat heeft te vooren gheseyt.Ga naar margenoot+
| |
[Folio Bb2v]
| |
BRANdt doch in liefden, laetse niet vercouden,
Sy is den bant, wilt u daer vast aenhouden
Ga naar margenoot+Waer by datmen Christus jongeren kent,
'Tis 'trechte teken, wilt dat niet verlaten,
Ga naar margenoot+Wilt doch bewysen rechte charitaten,
Ga naar margenoot+V aenghesicht niet van den Armen went.
Ga naar margenoot+Zijt nu den Heere bevolen in sijn hoede,
Neemt doch van my dit cleyn ghedicht int goede
Ga naar margenoot+Want uyt vyeriger liefden ist ghedaen,
Ick groete u seer hertelijck hier mede,
Ga naar margenoot+Met eenen kus der liefden ende vrede,
Bidt voor my, als ghy Godt sult roepen aen
|
|