Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijOp de wyse van den 24. Psalm: De Aerd' is onses Gods voorwaer.
INt herte moet elck Christen knecht,Ga naar margenoot+
Voor Godt staen wacker en oprecht,Ga naar margenoot+
Der Menschen ghemeynschap hier myden,Ga naar margenoot+
Des nieuwen Mensches nemen waer,Ga naar margenoot+
| |
[Folio S6v]
| |
Ga naar margenoot+Dat hy mach wassen, groeyen claer
Ga naar margenoot+Daer in moet wesen sijn verblyden.
Ga naar margenoot+En alle woorden die hy spreckt,
Ga naar margenoot+En wercken ghedaen, heel perfeckt, Stadich
bedencken en verzinnen, Dat sy gheschieden
Ga naar margenoot+tot Gods eer, Soecken daer in geen roemen meer,
Als veel die tijdtlijck eer beminnen.
Ga naar margenoot+Sal oock 'tghen dat over hem gaet,
Ga naar margenoot+En hem ontmoet, 'tzy spijt oft smaet, Met
Ga naar margenoot+barmherticheyt hier ontmoeten, En met gedult
Ga naar margenoot+en goet bescheyt, Ia met grooter sachtmoedicheyt,
Ga naar margenoot+D'onlust en den onwil versoeten.
Ga naar margenoot+Kennen, aensien, wat hem ghebreckt,
Ga naar margenoot+Sijn eygen doen gheheel bevleckt, Niet eens
anders sal hy aenschouwen, 'Tsijn hem vernedert
maken sal, Tot rechter demoedicheyt al,
Soo mach hy dan hem selven bouwen.
En hy sal hem afscheyden reyn,
Ga naar margenoot+Maer niet met den lichaem alleyn, Van allen
tydelijcken dinghen, Oock met den herte en ghemoet,
Ga naar margenoot+En soecken so d'eeuwige goet,
Daer mede synen tijdt deurbringhen.
Ga naar margenoot+Geern sal hy Godt met grooten vlijt,
Ga naar margenoot+So vast aenhanghen alle tijt, Met vyerigher
Ga naar margenoot+liefde ghepresen, Dit sal hy soecken nacht en dach,
Ga naar margenoot+Dat hy alsoo met Godt zijn mach,
Ga naar margenoot+Vereenicht in het Hemels wesen.
Ga naar margenoot+En hy sal het leven Christi
Ga naar margenoot+Sijn bitter lyden oock daer by, Hebben altijt
Ga naar margenoot+voor synen ooghen, Sijn sachte zeden, al sijn doen,
Ga naar margenoot+Sal hy neerstelijck ende coen,
Ga naar margenoot+Naevolghen naer sijn swack vermoghen.
Ga naar margenoot+En synen wil missaken hier
Ga naar margenoot+Sal hy doen Gods wil goedertier, In blyden
Ga naar margenoot+en droevighen saken, In suyr en soet, in overvloot,
In leven, sterven, in den doot,
| |
[Folio S7r]
| |
Altijt in Gods wil hem vermaken.
Recht stelt hy al sijn sorch onvroet,Ga naar margenoot+
En al sijn saken cleyn en groet In Godt, hyGa naar margenoot+
gaetse hem bevelen, Neemt al dinck aen van
syner hant, Verlaet hem op synen bystant,
Hy weet dat hem niet en mach felen.
Soo sal hy oock sijn leven // lanck,
Om all' dinghen, Godt gheven // danck,Ga naar margenoot+
'Tzy groot oft cleyn, hy sal hem loven,Ga naar margenoot+
Dit is der volcomenen graet,
O Heer, ons doch alsoo beraet,
Door uwen heylighen Gheest van boven.Ga naar margenoot+
|
|