Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– Auteursrechtvrij
[Folio E3v]
| |
Op de wyse van den 80. Psalm: Ghy Herder Israels wilt hooren.
Ga naar margenoot+BLijft niet langh, Heer, comt my te baten,
Ga naar margenoot+Mijn Godt en wilt my niet verlaten,
Ga naar margenoot+Ghy die my hebt gheschapen naeckt,
Ga naar margenoot+Van stof en aerde soo ghemaeckt,
Ga naar margenoot+Van Moeders lijf alsoo bereyt
Ga naar margenoot+Tot lof van uwer heerlijckheyt
Ga naar margenoot+Als ick lach tot Babel ghevanghen,
Ga naar margenoot+Doolde soo in veel cromme ganghen,
Hebt ghy my 'trecht gheopenbaert
En uwen heyl'ghen wil verclaert,
Ga naar margenoot+V gantsch vriendelijck soo vertoont,
Ga naar margenoot+En met ghenaden my becroont.
Ga naar margenoot+STondt by, en hebt my opghenomen,
Ga naar margenoot+Gheleydt om in u huys te comen
Ga naar margenoot+Liet my aenbieden met der spoet,
Door Christum, uwen vrede soet
O Godt, u goetheyt dat by brocht,
D'welck gheen verdienst vercrygen mocht.
Ga naar margenoot+IA ghy liet u vriendtlijckheyt blijcken,
Ga naar margenoot+Also en wilt van my niet wijcken,
Tot dat mijn reyse zy volent
Van hier tot in des Hemels tent
Ga naar margenoot+My verlanght seer na dese Croon,
Ga naar margenoot+Die u volck sal hebben te loon.
Ga naar margenoot+Een gheloof vast wilt my, Heer, gheven,
Ga naar margenoot+Tot aen't eynde van mynen leven,
Laet my dat so behouden vry,
Ga naar margenoot+Met reynder liefden oock daer by,
Ga naar margenoot+Tot u en tot den Naesten voort
Vyerich soo my dat toe behoort.
Niet en siet aen, Heer, mijn misdaden
Maer neyght u tot my met ghenaden,
Ga naar margenoot+Hoe can ick't tellen ('tdient verhaelt)
Hoe dickwils dat ick heb ghefaelt,
| |
[Folio E4r]
| |
Maer, o mijn Godt, ick ben ghewis,
Dat u ghenaed' veel meerder is.
IA in u ghenaed' wil ick hoopen,Ga naar margenoot+
En met betrouwen daer toe loopen,Ga naar margenoot+
In u moghentheyt hoogh gheacht,Ga naar margenoot+
Staet al mijns overwinnens cracht,
Teghens den boosen vyandt quaet,Ga naar margenoot+
Die als een Leeuw nu om my gaet.
COmt ghy my, Heer, desen troost bringenGa naar margenoot+
So sal ick dan van vreuchden singhenGa naar margenoot+
Lofsanghen en Liedekens schoon,
V grooten Godt in 'sHemels throon,
En uyt vercondighen u deucht,Ga naar margenoot+
Zijnde binnen int hert verheucht.Ga naar margenoot+
Salicheyt, macht, en groote eereGa naar margenoot+
Zy u mijn Godt, Ga naar margenootaSchepper en Heere,
Vwen Naem zy ghebenedijdtGa naar margenoot+
Van ons alle tot aller tijdt,
Wy die nu hier te samen // zijn,
Laet dit doch worden Amen // fijn.
|
|