Woelige weken: november-december 1813
(1988)–Willem de Clercq– Auteursrechtelijk beschermdWoelige weken: november-december 1813
auteur: Willem de Clercq
bron: Willem de Clercq, Woelige weken: november-december 1813 (eds. Willem van den Berg en Hanna Stouten). Querido, Amsterdam 1988
MaandagHeden ziet men weer veel opgeruimder ten opzichte van gisteren en eergisteren. Men ziet nu weer hoop blinken, terwijl anderszins ons een vreselijke onzekerheid benarde. De omwenteling schijnt in Zuid-Holland met veel meer kracht dan hier doorgezet te zijn. De Haagsche Courant van gisteren bevat het manifest van Oostenrijk, en zegt dat er in Den Haag vier werfhuizen in naam van de prins van Oranje opgericht zijn. De Nationale Garde heeft de naam van Oranje Garde aangenomen. Men zegt dat een Pruisisch korps in Franse dienst, onder de naam van Oranje Korps, tot de Hollanders te Rotterdam zou overgelopen zijn; voorts dat de Haagsche Courant van heden verboden zou zijn en de tijding zou bevatten dat de troepen uit Den Haag naar Gorkum zouden opgetrokken zijn om vandaar de Fransen te verjagen. Voorts verhaalt men dat een colonne van 60 000 man geallieerden voor Holland gedestineerd is en dat deze te Groningen zijn. Dit schijnt waar te zijn: dat er een gedeelte van de Kozakken over de IJssel getrokken is, en dat er een vrij groot korps voetvolk onder bevel van een Russische prins te Zwolle binnengetrokken zou zijn. Zie hier het voor- | |
[p. 51] | |
aant.naamste, want om alle praatjes en vertellingen op te zamelen, zou een werk zonder eind zijn. Wij zijn nu nog in een middelstaat tussen Frankrijk en Oranje. Groot zijn nog onze bekommernissen en onze vrees in het vooruitzicht, maar er schijnt nu tenminste een flauwe flikkering van hoop, en wij zullen des te meer bevredigd worden, naarmate de vrees om de Fransen hier terug te krijgen vermindert. Een soort van exaltatie schijnt de natie aangegrepen te hebben. Moge derzelver gevolg de vernieling van het gevloekte despotisme zijn. |
|