Woelige weken: november-december 1813
(1988)–Willem de Clercq– Auteursrechtelijk beschermdWoelige weken: november-december 1813
auteur: Willem de Clercq
bron: Willem de Clercq, Woelige weken: november-december 1813 (eds. Willem van den Berg en Hanna Stouten). Querido, Amsterdam 1988
Dinsdag 16 november 1813 's ochtends. Vervolg van het politieke journaalGisterenavond om 5½ uur, ten kantore gezeten, hoorden wij plotseling een verward en verschrikkelijk rumoer. Wij snelden naar de deur waar het lawaai zich met een ontzettende heftigheid deed horen. Spoedig vernamen wij dat het een troep van een hondertal personen (merendeels vrouwen en kinderen) was, die de kreet ‘Oranje boven’ lieten weerklinken en die gevolgd werden door een aanzienlijke menigte van mensen. Gisteren, de avond doorbrengende bij oom De Vos, hoorden wij ook veelvuldig dergelijke kreten van diverse kanten, onder andere van de Haarlemmerdijk. Naar huis terugkerend, stond de hemel geheel in brand. Vannacht werd ik gewekt door kreten en liederen terwijl er zo nu en dan een dichte hagel viel. Vanmorgen vernamen wij dat het rode schijnsel aan de hemel moest worden toegeschreven aan de brand van alle huizen van de douane en van de octrooien die had plaatsgevonden langs de haven. Een grote menigte Amsterdammers doorkruiste al zingende de straten. Zij die buiten de poorten wonen hebben de | |
[p. 28] | |
aant.brand gestoken in de huizen van de octrooien die dicht bij de poorten gelegen zijn. Vanmorgen was de razernij nog niet verminderd ondanks de aanmaningen tot kalmte van de Maire. De jodenbuurt was in volle opstand. Iedereen droeg linten in oranje kleur die men er in menigte verkocht. Men had de strafgevangenis geforceerd en er een jood uitgehaald die veroordeeld was ten tijde van de laatste troebelen. Deze jood liet men overal rondwandelen, van het hoofd tot de voeten versierd met oranje. Vanmorgen heeft men het kleine huis vóór de woning van de commissaris van politie dichtbij de Leliegracht verbrand. Aan alle kanten ziet men reeds mensen die oranjekleurige cocardes dragen. Men zegt dat er Pruisische officieren in de stad gearriveerd zijn. Moge deze dag, besmeurd door misdrijven, toch het begin zijn van een gelukkiger tijdperk en mogen wij en onze nazaten ons deze dag met dankbaarheid herinneren, deze dag 15 november 1813. |
|