Naar zijn dagboek
(1869)–Willem de Clercq– Auteursrechtvrij
[pagina 120]
| |
Hoofdstuk X.
| |
[pagina 121]
| |
des dichters, waarin eene uitmuntende episode over Tasso en Petrarca.’ En gelijktijdig hiermede, benijdenswaardig samentreffen: Door een gelukkig toeval geraakte ik dezer dagen in kennis met de werken van een nieuwen franschen dichter, Alphonse de Lamartine. Zijne heerlijke lierzangen slepen ons mede. Wij lezen ze met verrukking, leeren ze van buiten en deze schijnbaar onbeduidende omstandigheid deelt nu weder aan mijn geheele leven eene letterkundige richting mede, doet mij datgene oproepen, hetwelk ik vroeger verachtend verwierp, en deze richting is mij een bron van onophoudelijk genoegen, en troost mijne eigenliefde die niet alleen eene gevoelige wonde heeft bekomen, maar haar tooverbeeld geheel heeft zien verdwijnen, en uit den streelendsten slaap is ontwaakt. | |
Dingsdag 17 Oct.Een heerlijke avond. Reeds lang had ik gewenscht Da Costa, dien ik nog slechts in eenige kringen gezien had, nader te leeren kennen. Ik gaf hem deze begeerte te verstaan, en nu kwam hij op een recht genoegelijken avond bij mij. Hij is wezenlijk dichter, vol vuur, vol gevoel; wij doorliepen de schoonste stukken van verschillende letterkunde. Spanje, Italië, Portugal, alles had zijn beurt. Hij is eenvoudig, zonder pedanterie, en was veel beminnelijker dan toen hij in de vergadering bij Pauly op Hartsen aangehitst werd om den adeldom of de denkbeelden der ultra's te verdedigen. Hij begrijpt juist wat het improviseeren is, en was de eerste, die mij den raad gaf: of improviseer niet meer, of schrijf geene verzen meer. Het eene kan niet met het ander gaan, en dan is het eerste, wijl het zeldzamer is te verkiezen, omdat dan de wereld voor u open ligt en gij geen enkel denkbeeld, dat als gij schrijft buiten uw plan zou vallen, behoeft te laten ontsnappen. - Alle dichters moesten eigenlijk improvisato | |
[pagina 122]
| |
ren zijn. Hij verzocht mij zelfs nog eens voor hem te improviseeren, hetgeen zijne goedkeuring wegdroeg. Wij spraken over zijne vorming, over Bilderdijk, over zooveel schoons en groots.Ga naar voetnoot1 De Clercq had het thans dubbel noodig, daar hij als handelsman de moeilijkste dagen doorleefde. | |
30 Oct.J'eus une soirée charmante chez le bon oncle de Vos avec van 's Gravenweert et Da Costa........... Da Costa a encore une imagination fraiche et facile. C'est l'homme qui de tous ceux que j'ai vus m'a realisé le plus l'idée d'un homme de génie. Nous eûmes vraiment un souper attique. Men zou bijna kunnen zeggen, dat om Da Costa het leven de Clercq zich nu voortaan voor een goed deel beweegt. |
|