| |
| |
| |
Hoofdstuk VI.
1816.
De poësie van het verlangen. - De liefde geen blinde hartstocht. - Reis naar Petersburg.
Het Dagboek vertoont in den aanvang des jaars sporen van de grootste neerslagtigheid, die echter weder overwonnen wordt.
Want voor hem was het de eigenlijke winterstorm nog niet, slechts een windvlaag te midden van de lente. Alles is weer helder. De liefde koestert hem. De lektuur, een tijd lang afgebroken, wordt weer hervat, het tooneel weer bezocht, de vriendschap weer genoten. Maar eigenaardig levendig wordt ook de verdoovende kracht van het geluk voor de kunstenaarsgave gevoeld.
‘There are moments in which our heart is poetical but not our head. Such is my condition in these last times. I believe, an unhappy love will occasion more good verses than a happy one. In the last we have too much pleasure
| |
| |
in enjoying. In the other we desire. This desire inflames and kindles still more our imagination. It is always more agreeable to enjoy than to sing our pleasures.’
‘Ik geniet nu weder eene heerlijke rust. Mijne lieve Caroline heeft mij eene groote strafpredikatie gehouden, en waarschuwde mij, toch niet zoo hartstochtelijk te zijn. Maar het is dan ook niet zoo geheel en al mijne schuld. Want ik moet het eerlijk bekennen, ik zou niet gaarne mijne hartstochtelijkheid geheel en al uitgedoofd willen zien, daar zij mij toeschijnt toch altijd met enthusiasme, vriendschap, liefde en dichtkunst innig vereenigd te zijn. Maar ik zal mijn best doen en toch altijd in het redelijke blijven.’
Zijner was geene blinde hartstochtelijkheid, geen zich geblinddoekt overgeven aan eene demonische macht waarbij de geest sluimert, neen zelfs niet in de liefde. Geestig heeft hij het ons gezegd.
‘Rien n'est plus dangereux que de prendre l'échauffement des sens pour l'échauffement du coeur ou la correspondance des âmes.’
En vooral:
‘J'aime un baiser refusé et un doux nenni avec un doux sourire.’
Nu evenwel, in het begin van den zomer van 1816, geen geweigerde kus, maar een afscheidskus. Tot hiertoe had de Clercq slechts de verschillende streken van de noordelijke helft des Vaderlands bezocht. Thans neemt hij een wijder vlucht. Handelsaangelegenheden roepen hem naar het Oosten van Europa, naar Petersburg.
Over deze zijne Russische reis bezitten wij een zeer uitvoerig handschrift. Daar de Clercq echter zelf hiervan een uittreksel heeft vervaardigd dat natuurlijk meer dan de op zichzelfstaande reisherinneringen een geheel oplevert, zoo acht ik mij daardoor verplicht, het oorspronkelijk handschrift
| |
| |
ongebruikt te laten en mij tot zijn uittreksel te bepalen.
De reis duurde van 25 Maart tot 29 October en liep over Bremen, Hamburg, Altona, Koningsberg, Memel en Riga.
Nergens is het onderscheid tusschen het beschaafde en het onbeschaafde deel des volks treffender dan in Rusland, een land, zoo het schijnt, sedert het begin dezer eeuw bestemd, om zulk een groote rol in de gebeurtenissen van Europa te spelen. Voor ruim honderd jaren behoorde Rusland nog tot het Oosten, maar niet tot die Oostersche stammen, die in Arabië aan de krachtige eenvoudigheid van het aloude herdersleven getrouw bleven, of zich in Indië tot de diepste bespiegelingen der wijsbegeerte en de stoutste beelden der Poëzy konden verheffen. Neen, het was het erfdeel der Slavische volken, die nimmer door den germaanschen vrijheidsgeest werden bezield, en wien die sprank van Oosterschen gloed ontbrak, die nog in de zonen van Odin leefde, en in de heldenzangen der Scandinaviërs voor de volgende geslachten bewaard bleef. Eerst onder verschillende vorstenstammen verdeeld, en alleen voor de zwakke beheerschers van het oostersche rijk geducht, vervolgens slaven der tartaarsche Chans, schenen de Russen niet bestemd, om eens met de wapenen in de vuist, de Hoofdstad van het zoo vroeg machtige en beschaafde Frankrijk als overwinnaars binnen te rukken. Eén groot man werd het werktuig der Voorzienigheid tot Ruslands grootheid, en bij het einde zijner Regeering stond Peter aan het hoofd van een Europeesch leger, en zag de eerste door hem vervaardigde schuit begroet door het gebulder van het geschut zijner talrijke vloot. Hij had alles gedaan wat men van éenen man verwachten of hopen kon. Doch nog gemakkelijker is het vloten te scheppen, dan de inborst en de zeden van een geheel volk te veranderen. De stap van barbaarschheid tot die waarachtige beschaving, vrucht van kennis en opvoeding, was te groot. Vreem- | |
| |
delingen kon hij in zijne rijken lokken, wetenschappen en kunsten door vorstelijke giften beloonen; doch noch hij, noch zijne navolgers, konden die vreemdelingen met zijne Russen doen inéensmelten, en thans nog
ziet de reiziger in het prachtige Petersburg, meer de stad van Peter, van Katharina, van Alexander, dan de hoofdstad van Rusland.... Moskou bleef het beeld der vroegere, Petersburg der nieuwere Russische wereld,.... eene westersche stad midden in het Oosten, als eene spruit uit het land der Olijven midden in de dennenbosschen van het Noorden, en van daar levert Petersburg eenen aanblik op, zoo geheel verschillend van dien der overige hoofdsteden van Europa. Wanneer men bijvoorbeeld Engelands hoofdstad nadert, ontwaart men meer en meer welgebouwde dorpen, sierlijke landverblijven; men bespeurt eene gedurige vermeerdering van woeling en volkrijkheid, en reeds op eenige uren afstands twijfelt men er niet meer aan, dat men eene groote hoofdstad nadert. Hoe verschillend is de aanblik bij het naderen van Petersburg! Doodsch en vervelend is de weg die van Narva derwaarts leidt. De dorpen zijn ellendiger, dan men dezelve op de reize van Riga derwaarts bijna ergens ontmoet heeft. Bijna naakte kinderen kruipen in het zand voor de uit ruwe boomstammen gevormde hutten, die den laagst mogelijken trap der bouwkunst schijnen aan te duiden. Reeds is men op een slechts geringen afstand van Petersburg genaderd en nog ontdekt men alleen eenige sparrenbosschen, en voorts de schrale vlakten van Ingemerland. Op eens neemt de weg eene andere richting, en plotseling is het tooneel veranderd. Nu bevindt men zich op den schoonen straatweg die van Strelna naar Petersburg leidt. Aangename villa's en welgebouwde huizen schakelen zich langs beide zijden van den weg aanéen, en weldra rijdt men door de breede straten der Keizerstad, door eene rij van paleizen omringd.
| |
| |
Petersburg schijnt bij den eersten aanblik eene stad, als door betoovering aan den uithoek der Finsche Golf verrezen. Alles is hier even grootsch, ruim en luchtig, alles is paleis. Men vermoedt niet, gelijk in de overige Europeesche hoofdsteden, de langzame wording der stad uit de afwisseling van de bekrompene stegen in de oudste gedeelten met de ruime hoofdstraten der nieuwere bouworde; een tegenoverstelling, welke men in Londen, Berlijn en op zoovele andere plaatsen duidelijk ontmoet. Alles is hier schitterend en prachtig. De heldere golven der Newa, die zoo zuiver het blauw gewelf des hemels afspiegelen, vloeien tusschen muren van graniet, terwijl de vreemdeling aan deszelfs wederzijdsche oevers of in de onafzienbare Newskyperspektief niets ontdekt dan paleizen naast paleizen, kolonnades naast kolonnades, tot dat het oog door al die pracht, door al die evenredigheid op het laatst vermoeid, de verscheidenheid terugwenscht, die de minder aanzienlijke buurten van andere hoofdsteden van Europa opleveren. De bouworde is ook niet die van het Noorden, maar duidt daarentegen het streven aan naar die zuidelijke vormen, die toch nimmer in het Noorden nationaal kunnen worden, en wanneer men den Rus, die zijne voorvaderlijke inzettingen getrouw bleef, met zijn achtbaren baard, in zijn kaftan gewikkeld, van achter eene galerij korinthische zuilen te voorschijn ziet treden, dan gevoelt men dat er eene overeenstemming tusschen beiden ontbreekt, die er tusschen Perikles en het Parthenon, tusschen Camillus en Rome's Capitool bestond.
Dit is toch niet te ontkennen, dat twee volken, in zeden en taal verschillende, de nieuwe hoofdstad bewonen. Het eerste bestaat uit de ontelbare menigte van vreemdelingen,.... tegen over hen staat de nationale Rus, die nog weinig aandeel aan de Europeesche beschaving verkregen heeft.... Onder de filosophische regering van Katharina begon men
| |
| |
reeds te trachten, om over de eigenschappen van den Rus eenen bevalligen sluijer te werpen, doch deze zoo sterk opgesierde afbeeldingen zijn even zoo spoedig verdwenen, als de dorpen en steden van éenen nacht, die Potemkin, bij Katharina's reize naar de Krim, deed verrijzen. Ook de geestige schrijver van de promenades d'un désoeuvré toont ons den Rus met alle de heerlijke eigenschappen van een onbedorven zoon der natuur begaafd, en geschikt, om bij voortgang van tijd en beschaving nog eens de beroemdste volkeren der oudheid te evenaren. In den mechanischen arbeid toont voorzeker de Rus een geschiktheid, waarin hij door weinig volken overtroffen wordt. De jaren 1812 en 1813 hebben getoond wat hij op het slagveld kan worden. De kolommen der Kasansche kerk getuigen van de bekwaamheid der Russische werkmeesters, en de menigvuldige, naar het uiterlijke uitmuntende voortbrengselen der nieuwe Russische fabrieken, bewijzen genoegzaam hoe groot bij den Rus het genie der navolging is. - Doch bij dit alles ontbreekt hem nog te veel het ware gevoel van zedelijke waarde, van dien adel van het gemoed, die alleen een volk tot ware beschaving verheffen kan. Dit toch wordt door geen deskundige ontkend, dat bij den Rus alles op den uiterlijken schijn is aangelegd, en dat daarom, aldaar waar de godsdienst veelal nog bestaat in het nakomen van uiterlijke plechtigheden, ook de overige beschaving daarmede in evenredigheid staat. - De Rus kan toch zijn haat niet ontveinzen tegen den baardeloozen vreemdeling, die, volgens zijne opvatting, zijn erf in bezit nam, en van zijn zweet en bloed leeft. Hij voedt tegen hem die sombere verachting, die men bij meest alle Aziatische volken aantreft. Van daar ook de geringe schroom, om den vreemdeling te bedriegen, ja de eer zelfs, die hij daarin stelt; en het is hierdoor, dat in alle zijne daden die geest heerscht, welke door de vroegere lijfeigenschap en
| |
| |
zoo vele inrigtingen begunstigd werd, om heden te woekeren, te winnen en te genieten en zich om den invloed van zijn gedrag weinig te bekommeren. In een land, alwaar door den vorm der regeering de bezittingen onzeker zijn, waar het goud den weg tot regtbanken en eerambten kan banen, moet het genot van oogenblikkelijke winst bovendrijven, in tegenoverstelling met het langzaam voordeel, hetwelk alleen door eene regtmatige handelwijze op den duur kan worden verkregen. Vandaar is het, dat men voordeelige inkoopen van den Rus waant te doen, en eindelijk de overtuiging verkrijgt, dat men nog bedrogen is geworden; daar de heerlijke fabrikaten, die men van hem koopt, spoedig, bij het minste gebruik, den uiterlijken glans, dien men daaraan bewonderd heeft, logenstraffen. Ja zelfs hebben voor weinige jaren de grootsche zuilen der Kasansche kerk, zoo het scheen voor de eeuwigheid gebouwd, reeds verbetering en ondersteuning vereischt.
Ziedaar dan een kamp tusschen twee geheel verschillende beginselen, die of met de eindelijke ineensmelting van het Russische volk met de Europeesche zeden, of met de terugwerking van dit volk zelf tegen den vreemdeling moet eindigen. Reeds onder Elizabeth, de dochter van Peter den Groote, scheen er weder een terugkeer tot vroegere vormen en zeden plaats te vinden, en Catharina de tweede zelve vestigde haar bewind door, in tegenstelling van de bekrompene denkwijze van haren gemaal, die het geheele leger naar het model van zijne Holsteinsche lijfgarden wilde inrigten, het genie bij de Russen zelven op te wakkeren; hierdoor bloeiden de Potemkins en Suwarow's, en zoo vele bekende mannen onder die regeering. Peter had den eersten steen tot Ruslands grootheid gelegd. Katharina besefte, welke ontzettende hulpbronnen hare rijken aanboden en naderde met rasse schreden tot haar doel. De regeeringen van Peter en van Katha- | |
| |
rina de tweede blijven voor Ruslands latere geschiedenis de twee beslissende tijdvakken. Aan de laatste behooren alle inrichtingen, die een meer beschaafden smaak kenmerken, en meer kunst dan wetenschap ten doel hebben, een onderscheid, waarover men bij de eerste beschouwing der gebouwen onder beide regeringen opgerigt, reeds het oordeel kan vellen. Peter kocht de preparaten der ontleedkunde, door Ruysch met zooveel zorg bijeenverzameld; Katharina de meesterstukken van Douw en Poussin. De letterkunde was ten tijde van Peter nog niet tot de hoven van het Noorden doorgedrongen, en deze zou nog niet, gelijk Katharina zulks naderhand deed, de bibliotheek van Diderot als een zeldzaamheid in zijn paleis bewaard hebben.
De rivier is aan beide zijden door muren van graniet ingesloten. Deze steen vormt het sierlijke en boven de kade verheven trottoir, langs hetwelk de wandelaar den prachtigen aanblik geniet van alle die heerlijke kaden, van de vesting, in het midden van de rivier gelegen, en eindelijk van het tegenovergestelde gedeelte der stad, waar zich ook zooveel uitmuntende gebouwen bevinden, terwijl zich overal de blauwe vloed vertoont, door tallooze handelschepen of kleine gondels bedekt. Een Engelschman, door de beschrijving van dit tooneel uitgelokt, begaf zich over zee naar Petersburg, landde, genoot dit verrukkend uitzigt, en scheepte zich oogenblikkelijk, zonder eene schrede verder te doen, weder naar Engeland in. De Admiraliteit, door eene aangename wandeling omgeven, is voorzeker een der oudste gebouwen der hoofdstad, doch nu in het kort vernieuwd, en toont zelfs eene soort van navolging van onze Amsterdamsche werf, een bewijs dat, indien Peters bevelen goed verstaan en opgevolgd waren geweest, deze stad in vele opzichten het Amsterdam van het Noorden zou zijn geworden. Verder verheft zich het Winterpaleis, mede een der vroegste ge- | |
| |
bouwen van Petersburg, en in dien half zwaarmoedigen, half naar het voorbeeld der Franschen in het begin der achttiende eeuw gekunstelden stijl van bouworde gesticht, waarvan men onder anderen te Berlijn in de gebouwen, door den grooten Keurvorst Frederik Willem opgerigt, nog vele blijken vindt. - Met het beroemde paleis van Katharina de tweede, de Hermitage genaamd, is geheel Europa beter bekend, en wie herinnert zich daarbij niet die vorstin, die den schepter aan een zwakken echtgenoot, met meer geluk dan recht, ontrukte, en die, gelijk vroeger Elisabeth van Engeland, vrouwelijke eigenliefde met mannelijk doorzicht vereenigde; in welke een Suwarow zijne gebiedster, een Potemkin zijne minnaresse vond, die vrijmagtig over millioenen regeerde, terwijl zij Voltaire en d'Alembert vleide; die aan dertig volken wetten gaf,
in zoo vele opzichten het werk van Peter voltooide, hare oogen naar den Bosphorus en den Nijl durfde rigten, en daarentegen in hare bijzondere betrekkingen zoo vele vrouwelijke zwakheid ten toon spreidde. Katharina bezat ondertusschen moed en kracht, en dat deze onder de eerste vereischten van eenen vorst behooren, schijnt door de geschiedenis der laatste jaren overtuigend bewezen. Hare Hermitage was eene hulde aan de kunsten, en onze Wouwerman en Rembrandt maken de schoonste sieraden van dit heiligdom uit. Aan de meesterstukken van ieder der beroemdste schilders wordt hier een afgezonderd vertrek uitsluitend gewijd. Zoo moeielijk als onnut ware de optelling van alle de schatten alhier voor het oog van den vreemdeling, met eene snelheid en oppervlakkigheid ten toon gespreid, die zijne nieuwsgierighéid meer tergt dan voldoet. Een soort van boudoir, bevallig versierd, vertoont bij een geheimzinnig schemerlicht het beeld van Katharina, omringd door de borstbeelden van de Galitzins, de Romanofs en overige groote mannen harer regering, wier
| |
| |
namen nu reeds door volgende gebeurtenissen verdrongen zijn...................
De zomertuin is eene eenigsins stijve, doch aangename wandeling voor de inwoners der hoofdstad; de balustrade is beroemd, en zijn levendig groen verpoost het oog, dat spoedig schemert van den glans der stralen, die van al het marmer en pleister van zoo vele gebouwen terugkaatsen. In de nabijheid verheft zich het paleis Michaëlof, vroeger door keizer Paul bewoond, nu geheel verlaten, sints dien ontzettenden nacht, toen Ruslands alleenheerscher zijn levensdraad door de handen van sluipmoordenaars zag afsnijden, en toen het keizerlijk geslacht en het verbaasde hofgezin in de uiterste verwarring dit oord der verschrikking ontvlugtte.
Aan de andere zijde der Admiraliteit vertoont zich nog de Izakskerk, een werk van zooveel regeeringen en nog niet voltooid. De bouworde is geenszins treffend, en schijnt ook, sedert de Kasansche kerk als Palladium van Ruslands kunst verrees, minder aandacht te verdienen. - Eenige schreden verder ziet men het standbeeld van Peter. Mogt immer eenig Vorst de oprichting van een dergelijk gedenkstuk verdienen, zoo was Peter deze eer in zijn Petersburg waardig. Hier mogt de stichter met tevredenheid op zijne stichting terug zien. Het denkbeeld is grootsch. Op een blok van ruw graniet verheft zich het beeld van den man, die, in het herscheppen van de zeden zijner onderdanen, eenen even grooten tegenstand vond als de kunstenaar, die met inspanning van kracht en vernuft dit blok uit Finland derwaarts voerde. De slang van den nijd wordt hier gedwongen om het voetstuk te zijn, waarop het moedige ros van den Czaar rust. Sommigen mogen hierin nog iets gezochts vinden, de meesten bewonderen de eenvoudigheid en van het plan, en van het veelbeteekenende opschrift: Katharina de
| |
| |
tweede aan Peter den eerste; in eenen tijd waarin het in Frankrijk, toen als zetel der kunst geroemd, aan geene vleiende opschriften ontbrak, waarbij hare vorsten met alle Cezars en Augustussen gelijk gesteld worden, terwijl hunne standbeelden door volkeren, op eene honende wijze onder de gedaante van slaven voorgesteld, werden getorscht.
Aan de overzijde der Newa verheffen zich het Museum der Wetenschappen en de Akademie der Kunsten naast elkander. Dergelijke gebouwen mogen de schatten der kunst bewaren, echter doen zij die nooit geboren worden, en wanneer men in het eerste gebouw eene rij der Russische volksstammen, volgens opgezette individus, beschouwt en deze hoe langs hoe meer de Tartaarsche, ja eindelijk Chineesche vormen ziet aannemen, terwijl Laplanders en Samojeden de grenzen van de bewoonbare wereld schijnen aan te duiden, dan beseft men, dat er meer noodig is dan een paar gebouwen en eenige geleerde genootschappen, om de zaden der kunst over de uitgestrekte vlakte van Noord-Azië te verspreiden. - Eenige Siberische afgoden, en meer dan alles het geraamte van eenen Mammouth, den geheimzinnigen zoon eener verloren wereld, schijnen de eenige voorwerpen die aan eene eeuw, vroeger dan die van Peter, herinneren. Streelend voor den roem van dien heerscher is het vertrek, alwaar zijne beeldtenis midden onder al de veelvuldige werkstukken, de vruchten van zijne oogenblikken van verpoozing, gevonden wordt..........
De kunst is nog nieuw bij de Russen, en hunne geschiedenis nog te weinig bekend, om treffende onderwerpen ter opwekking van het nationaal gevoel op te leveren. Peter te Pultawa, Katharina aan het hoofd en in het kostuum harer Garde op den dag der omwenteling, ziedaar inderdaad gedenkwaardige oogenblikken voor Rusland, die ook hier door
| |
| |
Russische meesters afgebeeld zijn. Het land der sneeuwvelden en dennebosschen zal echter moeilijk het vaderland van een Berchem of een Hobbema kunnen worden.........................
Onder de straten, die op de Admiraliteit uitloopen en die onder de voornaamste van Petersburg behooren, bekleedt de Newsky-Perspektief de eerste plaats. Hare lengte is onafzienbaar, en zoo men haar van den kant der Admiraliteit intreedt, bewondert men eene pracht van bouworde, en eene evenredigheid, in het gedeelte van Europa dat wij bewonen, bijna onbekend. Hier wordt het oog aangenaam verrast door de vermaarde Kasansche Kerk, naar het model der St.-Pieters kerk te Rome gebouwd. Zelfs hier is echter veel aan den uiterlijken schijn opgeofferd, daar de kerk zelve geenszins beantwoordt aan de reusachtige kolonade, die voor haren ingang eenen halven cirkel vormt, en het gebouw, om dus te spreken, terug dringt. Verder was een dergelijke bouworde meer geschikt, om op een uitgestrekt plein of aan het einde eener straat te prijken, dan om aan eene zijde van dezelve opgerigt te worden. Het is op deze plaats, dat men in den omtrek van eenige minuten de Grieksche, Katholieke en onderscheidene Protestautsche godsdienstoefeningen kan bijwonen, en in verschillende talen aldaar de lofzangen tot den Almagtigen hoort opstijgen............... Hoe verder men in de Newsky-Perspektief voortgaat, hoe meer men kolommen en zuilen ziet afnemen, en de steenen paleizen, door de houten huizen, welker getal echter onder de tegenwoordige regeering meer en meer afneemt, vervangen ziet. - In den loop van weinige oogenblikken waant men hier den afstand tusschen Petersburg en Moskow, ja wat meer is tusschen Europa en Azië afgelegd te hebben. - Men nadert het klooster van St. Alexander Newsky, den beschermheilige van
| |
| |
Rusland. Hier heerscht die geest van rijkdom, die steeds in Azië van zooveel belang was, en in geheel Rusland nog in volle kracht bespeurd wordt....,.....
De grafstede van Alexander Newsky, tevens de heilige en de held van zijn vaderland, (eigenschappen in de oudste overleveringen der volken zoo dikwijls vereenigd) is van zilver vervaardigd. De zwarte gedaanten der Monniken waren door de gewelven, en herinneren aan Derwischen van het Oosten. Het kerkhof is voor het overige het Westminster van Rusland. Hier rust het overschot der helden, en ook de grijze Kutusow vond zijne plaats alhier na eene roemrijke loopbaan. Men ontmoet hier dezelfde verwarde opeenstapeling van gedenkzuilen als in de gewelven van Engelands oude Abdij, doch een Poet's Corner alwaar, gelijk aldaar, de assche der zangers naast die van de door hen vereeuwigde helden in eer wordt gehouden, is tot nog toe onbezet gebleven.
Geheel verschillend zijn de denkbeelden, die het Gastinoi-duor of de verblijfplaats der kooplieden opwekt. Het herinnert aan de Koophoven of Bazars van het Oosten, waar de vreemde handelaar zijne waren uitstalt, en waar de schatten der zwaar beladen karavanen, die maanden lang door de woestijnen trokken, ten toon gespreid worden. Alles is echter reeds meer Europeesch, en in stede van de shawls van Indië de myrrhe van Arabië en de specerijen der Molukken, worden hier te koop aangeboden alle de geriefelijkheden van het Westen, hetzij oorspronkelijk van daar aangevoerd, hetzij door de behendigheid der Russische fabrikanten nagebootst, en hieronder munten vooral de werkstukken in leder en hout uit. Ja, er ontbreken in dit honderdtal winkels zeer weinige voorwerpen van Europeeschen smaak,.... deze knevelbaard biedt u zelfs met eene sarmatische aanspraak eenen stereotypen druk van Voltaire of
| |
| |
Jean Jacques aan. Op de markt, die aan dit koophof grenst, is alles nog meer nationaal Russisch. Overal wordt de kwass, eene soort van Russischen drank, naar onze Mee eenigszins gelijkende, te koop aangeboden. Aan de kleine tafeltjes zitten wisselaars met hunnen zwaarwichtigen Copeckenschat. Bij een gemeenschappelijk heiligdom worden nu en dan offers nedergelegd, en zelfs kleine heiligenbeeldjes maken een voorwerp van handel uit.
Nog vele belangrijke gebouwen bevat Petersburg, wier optelling in een kort bestek moeilijk zoude worden. Het Arsenaal bevat vele gedenkstukken in de geschiedenis van Rusland merkwaardig. Daar ziet men de vruchten der overwinning, de standaarden en paardenstaarten der Ottomannen, ja zelfs de vergulde toppen van de torens hunner Moskëen. Hier ontmoet men nog de vanen der Strelitzen, die Janitzaren van het Noorden, tot wier verdelging de kracht van eenen Peter den eerste naar lichaam en ziel vereischt werd. Het beeld van Katharina, op last van Orloff in Italië vervaardigd, werd op bevel van Paul afgenomen en op dat van Alexander hersteld. Het scheen het doel van den eerste te zijn, de nagedachtenis van zijnen ongelukkigen vader, Peter den Derde, op alle wijze te vereeren, en daartoe behoorde ook, dat hij diens lijk liet opgraven en het in het verblijf der dooden, dat voor Ruslands beheerschers in de kerk van Petrus en Paulus in het Newa-Eiland bestemd is, naast dat zijner moeder in eene prachtige kist liet ten toon stellen. Eene vereeniging, toen voorwaar gemakkelijker dan gedurende het leven der roemzuchtige vrouw. Hij, die zich hare geschiedenis herinnert, beschouwt met belangstelling het opgezette, kleine Arabische paard, dat zij op den dag besteeg, toen zij aan het hoofd harer garde van Oranienburg naar Petersburg optrok en schoonheid en moed, deze twee verleidelijke eigen- | |
| |
schappen, tot bereiking harer oogmerken wist te gebruiken. Toen maakte zich Potemkin een dier weinige gunstige oogenblikken ten nutte, welke de fortuin in het leven schijnt aan te bieden, en waarin zij den weg tot eene hoogere verheffing schijnt te openen. - De schoone Keizerin had het uniform harer garde aangenomen, en het ontsnapte aan het oog van den jongeling geenszins dat haar de pluim op den hoed ontbrak. Hij biedt haar den zijnen op eene bevallige wijze aan; haar, die als vrouw en vorstin deze opmerkzaamheid dubbel wist te waardeeren..... De onbekende
jongeling werd de gunsteling zijner meesteres. Waardigheden en eerambten schenen zelfs de verste verwachting zijner eerzucht vooruit te loopen, en hij stierf in de vlakten van Tauriën, terwijl hij den laatsten brief der groote Keizerin, van nieuwe gunstbewijzen verzeld, aan zijne zwijmende lippen drukte. - De naam van Potemkin herinnert aan het door hem bewoonde paleis nog door den naam van het Taurische onderscheiden, waar de begunstigde hoveling aan zijn gebiedster een feest gaf, dat den smaak van het Westen met al de weelde en pracht van het Oosten vereenigde. De schoonste navolgingen der Antieken versieren deze vertrekken en vooral het heerlijk portaal bij de intrede van dit paleis, terwijl de tuinen aan de wonderen herinneren, die de overleveringen der oudheid van de eerste Semiramis verhalen..................
Ondankbaar ware het echter van den vreemdeling om niet met een woord van den schitterenden gordel van eilanden te gewagen, die in den zomer door hun bevallig groen de eentoonigheid van het marmer der hoofdstad afwisselen. Men moet hier niet die verscheidenheid verwachten, welke de natuur in onze zuidelijke klimaten aanbiedt, en die hier meestal door berken en sparren moet vergoed worden; doch men zal hier nog eenen rijkdom van voort- | |
| |
brengselen vinden, die men aan den bevrozen uithoek der Finsche Golf geenszins verwacht had. Hier zweven de ligte gondels over den blanken stroom; ginds verheffen zich de bevallige landverblijven der kooplieden of ontmoet men op Chrestophsky de Russische spelen, die schommels en zoogenaamde Russische bergen, waarvan de laatste in Frankrijks hoofdstad zulk eene groote rol speelden, daar zij door hunne aangename en tevens eenigszins gevaarlijke afdalingen eene nieuwe bevalligheid, die van moed, bij het schoone geslacht ontwikkelden, en eenen nieuwen prikkel tot liefde bij zijne bewonderaars deden ontstaan, daar toch menigeen onder dezen zich het lot van Orloff toewenschte, wiens gespierde arm de schoone Katharina, bij een dergelijk spel op Oraniënburg, eens terughield, en haar op die wijze uit een dreigend doodsgevaar redde. Een bekoorlijk zomerhuis van den Keizer versiert het Kawenoï Ostrog of Steenen eiland, en de reiziger, die op alle deze bekoorlijke eilanden zoo vaak de weldaden der Russische gastvrijheid genoot, roept ze nog vaak voor zijne herinnering terug, ook dan wanneer de beelden van zooveel weelde en pracht reeds lang uit zijn geheugen zijn uitgewischt. Op een dier eilanden ziet men den tuin van Strogonof, voor het publiek steeds geopend. Een gedenkteeken uit Griekenland derwaarts gebracht, voert den naam van het graf van Homerus. Misschien zou de oudheidkundige twijfelingen wegens dit stuk kunnen oproepen, doch wie zou ze thans willen uiten, nu de namen van Homerus en Strogonoff in zulk
een verband schijnen te staan, en men de herinnering aan den grootsten zanger der Grieken gerust kan laten ineensmelten met die van hem, die niets gespaard heeft om Rusland aan te sporen de krachtigste maatregelen te nemen, ten einde de laatste afstammelingen der Hellenen niet geheel aan de moordzucht der Aziatische roofbenden prijs te geven.
| |
| |
‘Ziedaar dan eenige, ofschoon weinige trekken omtrent een met recht vermaarde stad. Gebouwen en inrichtingen mogen echter door woorden geschilderd worden, moeilijker is het de verschillende vormen uit te drukken, waaronder het leven zich hier vertoont. Men schijnt zich hier in het midden van eene lijn te bevinden, waarvan Moscou en Riga de uiteinden vormen. In de eerste stad vindt men nog de zeden der oude Russische wereld; in de hoofdstad van Lijfland daarentegen heerscht de duitsche beschaving. Hoeveel onderscheid is er toch niet tusschen de bevallige Koerlanderin, die in hare gelaatstrekken, manier en tongval eene zachtheid vertoont, die men vergeefs in vele gedeelten van Duitschland zoekt, en de zwaarlijvige Russische vrouw, die door een ongeschikten tooi dezen vorm, bij de Russen zeer hoog geacht, nog meer doet uitkomen, terwijl zij, van alle kanten met kostbaarheden behangen, op den kemel gelijkt, met de schatten van den handel bevracht. - Niet minder groot is het onderscheid tusschen den Russischen officier, naar de strengste orders en de kleingeestigste nauwgezetheid in zijne kleeding gebonden, die de grootste oplettendheid in al de gedeelten van zijn uniform ten toon spreidt, ja zelfs dikwerf het gehate keurslijf van de schoone sekse schijnt overgenomen te hebben, en den gemeenen Rus, die in zijnen groenen Kaftan gewikkeld, met de bijl in de hand, de grootste bewijzen van werkzaamheid en behendigheid geeft, des nachts daar slaapt, waar hij kan, en zijne eenige verlustiging zoekt in zijn glas brandewijn, en, om eens in de week, wanneer hij van kleederen verandert, zich in de onnatuurlijke hitte der dampbaden het zweet uit alle poriën te laten dringen en in deze tot stikkens toe verwarmde atmosfeer, zich door het kwispelen met versch gesneden en nat gemaakte takjes de ruwe huid te laten streelen. Ontelbaar is de reeks van tafereelen, die de hoofd- | |
| |
stad aanbiedt. Verschillende volken, wier woonplaats van den oever der
Bosnische Golf tot aan de steppen der Ukraine verspreid zijn, ziet men hier bij elkander vergaderd, en in vele huizen schijnt inderdaad eene nabootsing van de verwarring der talen plaats te grijpen. Hierdoor ontstaat ook die rijkdom in taalkennis, vooral wat het praktische gedeelte betreft, welke hier op eene bewonderenswaardige wijze gevonden wordt. Dit schijnt intusschen zeker, dat, of de vroegere zeden onder het bevel van eenen tweeden Pugatschew eens weder de overhand moeten nemen, of dat, bij de toenemende beschaving der Russen, de invloed der vreemdelingen, die zich in dit land neder gezet hebben, meer en meer verdrongen zal worden. - Reeds nadert Rusland zelfs in het vak der letterkunde tot meerder bekendheid. Reeds heeft Karamsin eenen Europeeschen roem verkregen. Een kortelings in Engeland uitgegeven werk bewijst, dat ook de Russische Zangberg niet onbetreden is. Veel kan en moet er zich nog bij hen ontwikkelen, doch wat is uiterlijke beschaving, wanneer niet eerst godsdienst en daaruit afgeleide waarachtige zedekunde het hart der volken tot hare aanneming geschikt gemaakt hebben? Met het hart, en niet met baard of kleeding moet de wezenlijke beschaving beginnen. Ieder volk gaat intusschen zijn eigen weg, en wie weet, waartoe nog eens de Slavonische stammen door den wil der Voorzienigheid bestemd zijn.’ |
|