De poëzij van Bilderdijk getuigt van menschelijke verhevenheid en menschelijk verderf.
Waar veel te prijzen en te bewonderen viel, daar kan ook het verderf, hetwelk op deze bezoedelde aarde, bij alles, wat groot en verheven gevonden wordt, niet ontbreken. Deden wij het licht uitkomen, ook de schaduw is dáár; zij is dáár tot onze leering, opdat wij ook hier zouden erkennen, dat in de gaven God verheerlijkt moet worden, maar niet de mensch, die, bij alle zijne verkregene eigenschappen, toch steeds den grondtrek der zonde, die hij op deze wereld medebragt, blijft vertoonen. Wij bekennen het, de vertaler der heerlijkste Psalmen heeft tevens in zijne ingetogenheid de losbandigheid der Latijnsche Muze op zijde gestreefd. De vijand van de dartelheid der eeuw vertaalde den Ridder sox, van voltaire, en in de bitse hekeling van vele tijdgenooten, zoeken wij vaak vergeefs naar die liefde, die alles gelooft en vele zonden bedekt. Welke echter ook de indruk zijn moge, dien deze tegenoverstelling bij den lezer verwekt; van onopregtheid, ten minste, zal hij den dichter niet beschuldigen, wien het gemakkelijk geweest was, vele dezer vlekken