Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 155] [p. 155] Klein moederke. Moeder zit te driegen Aan een mantelzoom. Zusje moet nu wiegen: Zoeteke, slaap en droom. Broederke, broederke mijn, Laat mij uw moederke zijn. Dekken zal u zusje, Ligt ge blootgewoeld; Kussen met een kusje Dat ge bijna niet voelt. Broederke, broederke mijn, Laat mij uw moederke zijn! Moet ge meê naar schole, Dwars door weer en wind, Kom dan stil gescholen Onder dien mantel, kind. Broederke, broederke mijn, Laat mij uw moederke zijn. Vorige Volgende