Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Dageraad. De wolken liggen in lagen Van balken op balken gespreid, Met gouden beslag beslagen, En blauwe belegsels beleid. Roosgele glabben en kerven Gaan beurtelings open en dicht. Nog nauwlijks geboren, sterven Te zamen, schaduw en licht. En alle de wolken gloeien Van boven tot beneên. En vlakker, al vlakker, vloeien Ze in goudene waters uiteen. De zonne wankelt en wiggelt Op 't klinkklaar koperen veld, Met rozige reten doorricheld, En speierende spelden doorspeld. Nu wappert in vurige vouwen De vlammende morgenvlag, En de schamele boomen aanschouwen Den heerlijk rijzenden dag. Vorige Volgende