beleg, waarin Maastricht verkeerde, beletteden de ongelukkige in de vesting te komen, om een bed te vinden, waarop zij hare afgematte leden kon uitrusten. -
Meer dan eens trachtte zij haar doel te bereiken, maar telkens bleef dit vruchteloos, daar zij slechts Italiaansch kende, en dus haar verlangen door gebaren alleen kon te kennen geven, waarop, zoo als het meestal gaat, geen acht geslagen werd.
Bij de ruïne van Slavante, op den Sint Pietersberg, in een akelig hol, had zij haar verblijf gekozen, en onderhield haar leven van de offers der weldadige landlieden, die haar in het hol eenig voedsel bragten. Ruim één jaar had zij in dien droevigen toestand doorgebragt, toen eenige voorname personen te Maastricht het lot der ongelukkige vernamen, en dadelijk alle pogingen in het werk stelden, om de oorzaak van de verschijning dezer vrouw te vernemen, en haar lijden zoo veel mogelijk te verzachten.
Men zond iemand tot haar, die de Italiaansche taal verstond, en nu vernam men, dat zij naar Maastricht was gekomen, om eene erfenis te halen, die haar regtmatig toekwam. Zij was de dochter van eenen Franschen officier, die naar Frankrijk was teruggekeerd en zijne vrouw in haar vaderland, Italië, had achtergelaten. Op zijn sterfbed had hij haar of zijne dochter erfgenaam zijner goederen gemaakt, welke goederen echter haar niet, maar een der familiebetrekkingen van den vader, in Maastricht woonachtig, in handen waren gekomen. Zij had den weg uit Noordelijk Italië, door Frankrijk naar Maastricht, te voet afgelegd, om, zoo als zij