Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– Auteursrechtvrij
[pagina 385]
| |
Op de wijse: 'tIs vvaer ick lijd' mijn lijden. Ofte O Schoonste Personagie.GHeen dingh soo aengenamich
Als kennis van Godts werck, wil, en vermoghen,
Gheen leven soo minsamigh,
Gheen goedt soo lief, beschoudt met menschen ooghen:
Als dat die leeft,
Zijn wenschen heeft,
Welck is zijn Lief, zijn Waerde,
Die hy in krachten,
In wil en in ghedachten
Staech bewaerde.
Wy Menschen hier beneden
Gheleyt, ghestuert, door kracht uyt 'sHemels salen,
In ons inwendicheden,
Het geestlijck licht, zijns klaerheyts voelen dalen:
Maer ons Natuer,
Soo brosch en stuer,
Verwaerlooset de gaven,
Tot veelen stonden,Ga naar margenoot+
Des wy als doodt in sonden
Zijn begraven.
Wat! veelderhande goeden,Ga naar margenoot+
Gunt ons den ghever aller goeder dinghen,
Wat! heylen wat voorspoeden,
| |
[pagina 386]
| |
Ga naar margenoot+Heeft hy ghewilt, door Iesum Christum bringhen,
Ga naar margenoot+Hoe noodigh wat,
Een waerde schat,
Wordt ons gegunt daer neven,
Ga naar margenoot+Als ons vol trouwe,
Een deughtsaem waerde Vrouwe
Wordt ghegheven.
Ga naar margenoot+O! volheydt der ghenaden,
Die ons beheerscht, van wt u woonst daer boven,
De rijckheyt der weldaden,
Wat tong of mont sal die ten vollen loven?
Sterckt onsen gheest,
Vol krachten meest,
Dat wy 't volbringen konden
V te aenbeden,
Voor dit paer die ghy heden
Hebt verbonden.
Geeft goedertieren Vader
Ga naar margenoot+Dat sy den Echt (van u gestelt) beleven,
In uwe vrees te gader,
Ga naar margenoot+V zegen wilt hun beyd te samen geven,
Ga naar margenoot+Hoedt haer voor druck,
En ongheluck,
Ga naar margenoot+Voor lijf en zielen schaden:
Wilt haer bevrijen,
Nu en tot allen tijen
Ga naar margenoot+Van den quaden.
Dus Bruydegom verheven
Ga naar margenoot+Dees lieve Godt, beg'nadich u beginnen,
V waerde Bruyt woont neven
| |
[pagina 387]
| |
Met liefd', en wilt haer als u selfsGa naar margenoot+
beminnen,
Haer zwackheydt soet,Ga naar margenoot+
Komt te ghemoet
Met wijsheyt, en met reden
'tZy oock hoe langhe,Ga naar margenoot+
En nimmermeer met strange Bitterheden.
's Ghelijcks Bruydt al u dagen
Bestiert u plicht, naer luydt van 'tGa naar margenoot+
woordt des Heeren,
Wilt trouwe liefde dragen
V man met Sara als u Heere eeren:Ga naar margenoot+
Weest onderdaen,Ga naar margenoot+
Hem wilt bystaen
En naer 't behooren passenGa naar margenoot+
Soo u Godt vredighGa naar margenoot+
Gheeft kind'ren datse zedighGa naar margenoot+
Staegh op wassen.
'Tis niet soo't hoord. |
|