Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– AuteursrechtvrijNa de wyse: Liefd' in't secreet.
Ga naar margenoot+AL wat men hier, in dese wereldt siet,
O soete Ieugt, dat en is blyvig niet:
Ga naar margenoot+Och het moet al, och het moet al ver-
Ga naar margenoot+gaen,
Ga naar margenoot+Niet, niet van Godt, kan vaste bly-
Ga naar margenoot+ven staen.
Hoe wel vergaert, hoe vredigh hier by een,
Ga naar margenoot+Het scheyden komt, daer helpet geen gheween,
Al wascht ghy schoon, met tranen u Aenschijn,
Al wat vergaert, dat moet ghescheyden zijn.
Ga naar margenoot+De Son en maen vergaren wel te saem,
| |
[pagina 357]
| |
De Sterren klaer versamen wel bequaem,
De Locht, Aerd', Vyer, en Water komt by een,
'tVergadert al, ach lacy om te scheenGa naar margenoot+
Den eenen steen op d'ander wordtGa naar margenoot+
gheleydt,
Tot een palleys vol groote majesteyt
Steeckt uyt de borst, en schynet wonder vast,
Hoe meer vergaert, hoe meerder schey-Ga naar margenoot+
dens last.
De felle dood die scheydet man enGa naar margenoot+
wijf:
De felle doot die scheydet ziel en lijf:Ga naar margenoot+
De felle doot de moeder scheyt van 'tGa naar margenoot+
kindt,Ga naar margenoot+
Het scheydet al, en stervet wat men vindt.Ga naar margenoot+
Doch die vergaert met Christo Ie-Ga naar margenoot+
su sterck,
En stadigh blijft, by Godes woordt en Kerck,
Die en kan niet van scheyden zijn bezwaert,
Wanneer hy scheydt, hy van hetGa naar margenoot+
scheyden vaert.
Mijn broeders soet, en susters die ick eer,
Laet u van Christ' doch scheydenGa naar margenoot+
nimmermeer,
Maer scheyd van sond, van wereld,Ga naar margenoot+
Sathan, Hel,
Daer met ic scheyd, en segge u vaert wel.
|
|