Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– AuteursrechtvrijOp de wijse: Schoon Lief wilt my troost geven. Ofte, Van den sesten Psalm, Wilt my niet straffen Heere.IEught u wil ick aenspreken
Die hier so gaet uyt steecken,
Pronckt met u schoonheyt hoogh,
Pronckt met u schoonheyt hoogh,
En kracht van u jonck leven
Recht oft niet sou begeven,
V in u jeught soo vroegh.
| |
[pagina 57]
| |
Kondt ghy my wel vertooghen,Ga naar margenoot+
Een schoon bloemtgen voor oogen,
Dat niet haestigh vergaet,
Dat niet haestigh vergaet,
Soo soud ickt oock ghelooven
Dat niet en soud verdooven
V schoon en soet ghelaet.
Maer laet een dochter komen,
En proncken t'haerder vromen
Al met haer wangen root,
Al met haer wangen root,
Haer schoon ende bruyn oogen.
Diet hert door min verdrooghen,
Sy verdrooght door den doot.
Ick sach een Roose bloeyen,
Tscheen sy altyt sou groeyen,
Maer sy verwelckte ras,
Maer sy verwelckte ras,
Daerom en wilt niet bouwen
Op schoonheydt van de vrouwen,
Want 't vergaet haest als gras.Ga naar margenoot+
Iae veel snelder eylacy
Als dooft een schilderacy:
Veel snelder dan een Roos,
Veel snelder dan een Roos,
Verderft van des Sons steken,
So komt de doodt ghestreken,
Maeckt bleeck de wangen bloos.
Heden staet ghy int bloeyen,Ga naar margenoot+
Morgen gaetmen u snoeyen,
Een sincking valt uyt 'thooft,
Een sincking valt uyt 'thooft,
Of ander zwarigheden,
Komen in uwe leden:
De schoonheydt dan verdooft.
| |
[pagina 58]
| |
Daerom o Ionge bloemen,
Van schoonheyt wilt niet roemen:
Niemant oock seer bemint,
Niemant oock seer bemint,
Alleen om schoon aenschijnen,
Die haestigh gaen verdwijnen:
Maer tot deucht weest ghesint.
Prince, jeucht hoort ten lesten,
Voor al soo wilt doch presten
Na des schoonheyts fonteyn,
Na des schoonheyts fonteyn,
Ga naar margenoot+Een Son die altijdt schijnet,
En nimmermeer verdwijnet,
Dat is ons God alleyn.
|