Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt

[p. 56]

Het ses-en-twintghste Liedt,
Is een Lof-sangh na den eten, om over Tafel te singhen.

Op de wijse: Vanden 100.Psalm.
Ghy Volckeren des Aertrijcx al.

⁺LOf en danck zy u lieve Heer,
Die ons nu hebt tot uwer eer,
Ghespijst ende ghelaeft te saem,
Eewich moet danck zijn uwen naem.
Ons zeghent en ghebenedijt
En oock dees u gaven altydt,
Die wy nu van u goedigheydt
Hebben ghenuttight, wel bereydt.

⁺Laet namaels ons deelachtig zijn

⁺V eeuwigh Disch, met 'sHemels Wijn,
Belooft door uwen Soon eerbaer
Iesum Christum // dit werde waer.

+ Deut.8.10

+ Luc.13.27

+ mat.26.28