Het Rijper Liedtboecxken inhoudende hondert schriftuerlijcke liedekens dewelcke noyt voor desen in druck en zijn gheweest
(1624)–Jacob Claesz– AuteursrechtvrijOp de wijse: Hansken sneet het Coren was lanck, Ofte tVinnich
| |
[pagina 196]
| |
En ick most morghen sterven,
Het goet bleef hier, en ick int graf,
Mijn Hemel most ick derven.
En of ick bleef twee Ewen groot
Men moet toch een mael scheyden,
Hoe meerder vreucht, hoe droever doot,
Och taerts doe ons verleyden.
En of tgheviel, twelck niet gheschiet
Dat eeuwich ick sou leven,
Heel out en cout gheen meer verdriet,
Als vrienden ons begheven.
Dus Ziele wilt ghy rust ontfaen
T'niet hebben can niet wroeghen,
Wenst tgeen ghy meucht, vliet sotte waen
Dijn rijckdom ist t'ghenoeghen.
Want niet ist hier int aertsche dal
Meer dan een droevich sterven,
En liefd' u Godt soo hebt ghijt al,
Soo hoeft ghy niet te derven.
|
|