Clementine
(1940)–Ernest Claes– Auteursrecht onbekend
[pagina 84]
| |
en had hem bediend. Tegen negen uur kwam Rikus om te waken. Met hun twee zaten ze weer in de keuken, ieder langs zijn kant van de kachel, in eigen gepeinzen verzonken. Rikus rekende in zijn hoofd. Clementine zat met de gevouwen handen, waarin zij een rozenkrans hield, op haar dikken buik, voor zich te kijken, en dacht aan morgen. En aan overmorgen. De notaris had laten vragen hoe ver het met mijnheerke stond, en had gezegd dat ze hem aanstonds in den vroegen morgen moesten verwittigen als er 's nachts wat voorviel. Clementine overlegde alles. Alle deuren en kasten waren gesloten, ze zou de sleutels morgen dadelijk aan den notaris geven. Niemand had zijn neus te steken in hààr huis. Ze moest ook terugdenken aan den tijd toen ze als jong meisje bij madame Beuckelaers gekomen was. Nu was ze negen en vijftig. Al haar werk, al haar zorg, had maar één doel gehad, en morgen zou nu dat doel bereikt zijn. Clementine zuchtte van innig welbehagen. Ze ging naar de kast, nam er de flesch jenever uit, die ze in den morgen gehaald had voor de begrafenis, en schonk voor Rikus en voor zich zelf een glaasje vol. Rikus kipte het door zijn keel alsof het zijn eigen jenever was, en zelf schonk hij zich een tweede in. Hij sprak geen woord. Later vielen ze beiden in slaap, Clementine | |
[pagina 85]
| |
met het hoofd scheef op de borst gezakt, en zij zeeverde lichtelijk over haar kin. Een grijze haarbles hing over haar gezicht, en bengelde mee als haar hoofd naar links of rechts sloeg. Haar buik zwol zienderoogen op en af met haar adem. Rikus leunde den kop tegen den wand, hield den mond wijd open, en ronkte. Zooals ze daar nu zaten was hun voorkomen leelijk. Het wekkertje op den schoorsteen tikte maar voort: rap-rap-rap-rap..... Rond één uur werd Clementine wakker. Ze veegde met den rug van haar hand haar natte kin af, en keek slaapverwezen voor zich. De lamp was bijna leeggebrand en de wiek stonk. Zij gaapte, had hoofdpijn, en zij stak de lamp aan die gewoonlijk bij mijnheerke stond. Nu brandde daar een nachtlichtje. Zij hoorde meteen een zacht gekreun in de andere kamer. Zij luisterde aan de deur, dacht even na of ze zou gaan zien, dronk een glas water, en ging naar den zieke. Zij stond over het bed gebogen, keek met een vies gevoel naar het kale kopje en het dunne gezichtje van mijnheerke, die met de oogen toe lag, en bij iedere korte en stootende ademhaling kwam er een klein gorgelend geluid uit zijn keel. Het nachtlichtje wierp een flauwe schemering door de kamer. Het rook er benauwd, naar medicijn en naar den toiletemmer. Clementine blikte even naar | |
[pagina 86]
| |
het fleschje op de tafel. De dokter had gezegd.... Neen, dat diende nu voor niets meer. Zij keek nog eens naar het smalle gezichtje, en trok dan zachtjes den rand van de dekens over zijn mond en over zijn gezicht. Een uur vroeger of later.... Zij deed het voorzichtig, alsof ze bang was dat hij het zou gewaar worden. Een oogenblik bleef ze nog staan. Het reutelend geluidje had opgehouden. Zij ging terug naar de keuken. Rikus zat daar klaar wakker. Hij keek haar aan en vroeg: - ‘Is hij nog niet dood?’ Neen, schuddekopte ze. Daarop dronk ze nog een glas water, zette zich terug op haar stoel, naim den rozenkrans weer tusschen de vingers, en sliep. Rikus ging even buiten om tegen den gevel te wateren. Hij schraapte zijn keel en spuwde ver weg in den donker. De hemel stond vol sterren. In het dorp blaften een paar honden, en op den toren sloeg het uur. Hij schudde zich van de kilte toen hij terug binnenkwam, dronk nog een borrel en stopte zijn pijp. Alles was stil. Rond zes uur schoot Rikus wakker met een vuilen, plakkerigen mond. Hij had tegen de kachelroeden gelegen en zijn arm sliep. Hij had iets zots gedroomd en was er geheel verdwaasd van. Clementine sliep met het | |
[pagina 87]
| |
hoofd op de tafel. Op zijn kousen ging hij nu zelf kijken in de andere kamer, kwam dadelijk terug, klopte haar op den schouder en fluisterde: ‘Nu is hij dood.’ Clementine stond recht, wreef aan haar oogen en zegde, met een dikke stem: ‘Goddank, Rikus!’ |
|