En ditmaal vergist zij zich niet: hij lacht haar uit. Zij heeft duidelijk het trekje om zijn mond opgemerkt. Den vorigen keer reeds meende zij gewaar te worden dat hij den gek hield met haar bezoeken aan het graf van madame zaliger. Neen, langs dien kant is hij niet te genaken. En misschien is het ook beter hem niet te veel aan madame te doen denken.
Clementine gaat toch naar het kerkhof. Op het graf van madame Parmentier liggen haar drie vorige ruikers, de eene naast den andere, verslenst en vergaan. Zij loert even om zich heen, en dan roef! met een smak gooit ze de versche bloemen op den grond, ze mommelt een woord dat bijna op een vloek gelijkt, en gaat terug. Dat is de laatste maal dat zij het graf van madame Parmentier gezien heeft.
En de maanden gingen.
Remy, de briefdrager komt 's ochtends te acht uur. Om dat uur stond mijnheerke vroeger ook op, tegelijk met madame. Dan vond hij beneden bij het ontbijt zijn Fransche gazet, met soms een brief of eenig drukwerk. Sedert den dood van madame, den heelen winter lang, heeft mijnheerke de gewoonte aangenomen langer te blijven liggen, half negen, negen uur, vooral met de