landouwen, heuvelland zacht tot aan de horizont, met groen van tuinen rond kerktorentjes. Nu kaal en verlaten. Het graan is af, de oogst is binnen. De aardappelen vormen groene vierkanten, laag tegen de grond.
Sint-Truiden. - Ik heb eens gehoord, dat de Sint-Truidenaars over het algemeen een moeilijk karakter hebben. Ergo... We moeten aan onze gids melden, hoeveel geld we op zak hebben. Dit voor de Duitse douane. ‘Ik moet elke morgen mijn stukske spek hebben,’ hoor ik achter mij zeggen, ‘anders voel ik me de hele dag flauw.’
De motor ronkt en Free kijkt stijf voor zich uit.
Tongeren. - Albertkanaal. Reuzenwerk. Belgische grens. Een luie douanier zit, in de zon, tegen een brug te slapen. Free toont zijn triptiek. De douanier komt vragen: ‘Waar rijd je naartoe?’ - ‘Naar Nürenberg.’ - ‘Amai! En kun je daar op één dag komen?’ - ‘Jawel, en vanavond zijn we terug.’
De vent moet zijn geografie herzien.
Hollandse grens. Een blozende douanier, die probeert streng te kijken, vraagt: ‘Niks aan te geven?’ Wij allemaal samen: ‘Nee... Niks!’ Die man gelooft ons, op ons woord.
Begin ook maar eens dertig à veertig valiezen te onderzoeken, opgestapeld achter in een autocar, in de gloeiende augustuszon, met een overweldigend druk verkeer. De beste manier om te smokkelen. En bovendien mensen zoals wij, met een absoluut eerlijk gezicht, nog eerlijker bij het naderen van een tolkantoor.
Hollands grondgebied. De huizen zijn anders.
Maastricht. - Over het Vrijthof. Daar wandelt de