Hoe verre het yeghelijc gheoorloft is zijn selfs profijt te soecken.
Het iiii. Capit.
Nochtans sullen wy ons eygen profijt ooc niet versuymen, noch oock die geen andere geuen, als wi die selfs behoeuen: maer yegelic sal zijn profijt doen, die buyten eens anders hinder vercreghen mach werden. Ga naar margenoot+Hier af seyt Chrysippus (soo hy oock in veel ander saken doet) gants fijn: die na de wet stake loopt, mach zijn beste wel doen, ende hem snellick haesten om den prijs te winnen: maer hy en behoort een ander, die teghens hem loopt geensins met handen noch voeten te beletten oft hinderen. Alsoo en ist niet onrecht, dat yegelijck in dit leuen zijn noodtruft beiaecht: