Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn
(1561)–Marcus Tullius Cicero– Auteursrechtvrij
[Folio 48r]
| |
Den ionghelingen dan betaemt den ouders ende grijsaerts te ontsien: wt welcke si sommige van eerbaren ende oprechten leuen verkiesen sullen, wiens raet ende exempele si dencken na te volgen: want d'onuerstandicheyt vander iuecht, sal door de wijsheydt der ouderen beleet ende bestiert worden. Ende behoortmen de iongelingen met gantser vlijte vander wellusticheyt te trecken, door oeffeninge van arbeyt ende van ghedult int gemoet also wel als int lichame: want sulcx op die tijt aldermeest van noode is: op dat huer cloeckheyt ende welgheschictheydt, soo in ridderlijcke als in burgherlijcke handelinghen, mach bloeyen ende groeyen. Sy moeten oock mede, als si hun vermaken ende ghenuechte pleghen willen, onmaticheyt vermijden ende haer schaemte in eeren houwen: twelc licht vallen sal, indien onder huer spelen eenighe ouder van iaren sich menghen ende voeghen. |
|