Aan den eenen kant van het plein stond een hut, die iets grooter was dan de andere: dat was het paleis des Keizers! Op den drempel rook Pinokkio de Eerste al geuren, die waarlijk niet aan Maartsche viooltjes deden denken en hij was op het punt zich om te keeren, toen hij zich bedacht en berustend zei: ‘Men moet een gegeven paard niet in den bek zien.’
Dadelijk werden de hovelingen aan hem voorgesteld, die de ‘paleizen’ aan den anderen kant van het plein bewoonden, om altijd gereed te zijn Zijner Majesteits bevelen uit te voeren; met een vloed van woorden werd dit door elk hunner herhaald.
Om geen verkeerden indruk te maken stond Pinokkio maar ja te knikken, zijn armen en beenen te bewegen en in zijn handen te klappen, wat al die menschen beviel en waardoor hij aller genegenheid verwierf en dadelijk populair werd.
Het was intusschen nacht geworden en die deftige personages gingen langzamerhand na vele buigingen en knievallen heen en lieten den keizer alleen met zijn eersten ceremoniemeester, een reus van een man, sterk als een leeuw en pikzwart, die Zijne Majesteit verzocht in zijn slaapkamer te gaan, die van de ontvangzaal gescheiden was door een groote mat van palmbladeren.
De meubels waren in overeenstemming met den rijkdom en de pracht van de gansche woning: een touw, tusschen twee palen gespannen, deed dienst als kleerenhanger; vier in den grond gedreven palen, die ter hoogte van een meter met stokken aan elkaar waren verbonden, en waarover reepen dierenhuid waren gespannen, vormden het bed.
De eerste ceremoniemeester wees op den kleerenhanger, daarna op het bed, maakte daarna een handbeweging naar een waterzak en naar een oude pan, waarop Zijne Majesteit met een houten hamer slaan moest, als hij de dienaren wilde roepen en na vele diepe buigingen trok hij zich terug, Zijne Majesteit een aangename nachtrust toewenschend.
‘Zouden ze in deze streken 's avonds niet eten?’ zei de marionet, ‘of denkt dit volk dat ik, nu ze me tot Keizer hebben uitgeroepen, zin heb om van honger om te komen?’
Hij had wel lust dadelijk op de pan te gaan hameren, maar het schoot hem te binnen, dat het een zeer slechten indruk zou