een koffie-met-roomkleur, dat door den Directeur van het Gezelschap zelf bestuurd werd, door dien grooten, dikken man, wiens basstem zóó zwaar was, dat zelfs de leeuwen er bang voor waren. Maar nu scheelde het weinig of niemand had hem herkend, want hij zat daar zoo gemakkelijk op de mollige kussens van die prachtige victoria, met een spiegelgladden, glimmenden hoogen hoed op, een zoo hoog boord om zijn hals, dat het tot over zijn ooren kwam, een zwart pak aan, hooge rijlaarzen en verblindend witte handschoenen. Als om die vooral te laten uitkomen, groette hij voortdurend naar rechts en links, waarbij hij de paarden den vrijen teugel liet, wat allen, die het zagen, met verbazing en verwondering vervulde. Ondertusschen speelde een orkest, bestaande uit een paar trompetten en trombones, een Turksche trom en twee stel pauken een triomfantelijken marsch, en zoo trok voor de verbaasde oogen van de menschen, die langs de straten stonden geschaard, een stoet voorbij, zooals niemand ter wereld ooit had gezien.
Onze marionet twijfelde eraan, of dit alles geen droom was en begon zijn oogen uit te wrijven, om er zoo achter te komen of hij sliep of waakte. Hij merkte niet eens, dat hij eigenlijk zoo'n honger had, want hij voelde zich net zoo voldaan, alsof hij pas geleden een flinke portie macaroni met ham had verorberd.
Toen de stoet weer binnen de tent was en de beide Mooren met tulband, lans en schild zich op hun sneeuwwit paard weer ter weerszijden van den ingang hadden opgesteld, kwam de Directeur met zijn hoogen hoed op naar buiten, streek meermalen zijn lange snor op en begon op een plechtige manier een schitterende toespraak te houden, zooals ge in het volgend hoofdstuk kunt lezen.