Kinderpoëzij(1860)–Nicolaas Antonie van Charante– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] Hoe men tevredenheid kan leeren. Piet was immer ontevreden. Waar kwam dit toch wel van daan? Zag hij iemand henentreden, Met veel fraaijer kleêren aan, Met veel opschik aan de leden, Met een' rok, zoo fijn en zacht, En gemaakt naar later sneden; 't Was, dat Pietje knorrig dacht: Ik draag vrij wat minder stof. Zie! wat is mijn buisje grof! Kees, zijn broêr, was daarentegen Altijd opgeruimd en blij; Zag die soms, in straat en stegen, Menschen, armer nog dan hij, Die, half naakt, een aalmoes kregen, Klappertandend van de kou, En om brood en huis verlegen; Hij dacht, hoe het wezen zou, [pagina 136] [p. 136] Als hij ook zoo was in nood, En geen' woning had noch brood. Wil men 't morren steeds ontwijken, Ontevredenheid ontvliên; Men moet niet naar meerdren kijken, Nooit met hen zich vergelijken, Maar slechts naar zijn mind'ren zien. Vorige Volgende