Kinderpoëzij(1860)–Nicolaas Antonie van Charante– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Het priksleedje. Jan komt op de baan Met geen schaatsen aan, Zoo als andre snaken: Maar zijn kleine sleê Neemt hij doorgaans meê, Om zich te vermaken. Ziet eens, hoe hij stoot, Op de breede sloot, Om maar voort te glijden! Niemand haalt hem bij: Vruchtloos zoeken wij Hem vooruit te rijden. Maar wanneer hij, stil, Niet meer prikken wil, 't Houd voor overbodig, Blijft zijn sleedje staan: Want om voort te gaan, Zijn er krachten noodig. [pagina 79] [p. 79] Wordt gij eens een man, Jongens! denkt aan Jan, Wilt het werk niet schroomen. Ingespannen vlijt Geeft gelegenheid, Om vooruit te komen. Vorige Volgende