Kinderpoëzij(1860)–Nicolaas Antonie van Charante– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Houten Klaas. alleenspraak. O, had ik dit popje Van mijn zusje Kee! Ligt kon zij het missen, Want zij heeft er twee. Hoe aanvallig En lieftallig! - Was ik maar een meisje! 'k Speelde er eens meê. 'k Zou Het uit gaan kleeden, Brengen het naar bed; Kleertjes op gaan vouwen, Propertjes en net. 'k Zou het elken morgen Kruijen door het zand, Of ik liet het loopen, Langzaam aan een hand. 'k Mag graag kraaltjes rijgen; 't Is mijn grootste pret, [pagina 47] [p. 47] Ringetjes te maken Of een bracelet. En dan touwtje springen, Als ik dit eens mogt! 't Liefst alleen en zoetjes, En niet in een bogt. 'k Wou graag leeren breijen; Knoopen ken ik al! Pa zegt: ‘“voor een jongen Staat het al te mal!”’ Maar wat doet er dit toe? Wat steekt daar nu in? - Was ik maar een meisje! Dan kreeg ik mijn zin. In die jongensspelen Heb ik niets geen schik. 't Haar raakt vol verwarring In een oogenblik. 't Kreukt terstond de kleeren, 't Maakt de handen vuil, En 't is zoo gevaarlijk, Soms krijgt men een buil. Altijd aan het vechten, Onder woest misbaar! - Was ik maar een meisje! 'k Liep dan geen gevaar. [pagina 48] [p. 48] Al dat woeste schreeuwen En dat dol getier Van die wilde jongens Doet me geen pleizier. Foei! dat harde loopen, Al is 't nog zoo heet! 't Maakt me maar verkouden, Als ik ben bezweet. Vliegers op te laten Vind ik zoo gemeen; En met al dat klouteren Breekt men arm of been. 'k Drink graag limonade Of ook slappe thee. 'k Houd veel van pomade En van Eau d' ambré.- Was ik maar een meisje! 'k Wou het - o, zoo graag! 'k Droeg, in plaats van boordjes, Dan een lieve kraag. koor van jongens. Stijve, houten slungel! Zijn we jou den baas? Laat je dan verbakken Met Sint-Nikolaas. [pagina 49] [p. 49] Foei! je moest je schamen Met die laffe praat. Nooit meer moogt ge meê doen, Saaije kameraad! Wij zijn veel te dartel, Spelen veel te luid! - Kijk hem, met zijn popje!.... Jongens! lacht hem uit! Vorige Volgende