Kinderpoëzij(1860)–Nicolaas Antonie van Charante– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Meisjesmijmering. Lize en Saar Dertien jaar. Suze vijftien reeds te boven, En dan nog een boezelaar, Heel digt om haar hals geschoven! Ba, ze draagt nog hangend haar! Nooit mag ze op partijtjes komen; 's Avonds ligt ze al vroeg te droomen.... 'k Vind het kinderachtig - naar! Laat eens zien! Ik ben tien...... Vijf jaar wachten!... 'k Wil toch hopen, Dat Mama voor mij misschien 't Blaauw barègetje zal koopen, En die mooije pélérien!...... Geborduurde pantalons Open lijf en zes galons!...... Hoe komt hier die lap stramien?.. [pagina 32] [p. 32] Juf is boos. 't Is altoos: ‘Kind! wat zit ge toch te woelen, Rust toch eindelijk een poos - Foei! dat kruipen op de stoelen! En daarbij zoo achteloos; Altijd moet ik iets ontdekken: 't Werk niet goed, 't patroon met vlekken, Prullen in uw naaiwerkdoos!’ Nu mijn boek! 't Is weêr zoek; 'k Heb het strakjes toch gekregen, Met dit strookje neteldoek. - Bet was aan het kamervegen, Zeker smeet ze 't in een hoek. - Neen... 't is waar... wat zoek ik langer, 't Ligt daar op den boekenhanger. Met een poppen omslagdoek. Op een draf 't Breiwerk af. Zou 'k een muts of rokje haken? - Zwijg, Chéri! met dat geblaf: Of, ik zal u beenen maken! - 'k Wou dat Ma mij floszij gaf, Voor een beurs, op Ooms verjaren.... Altijd breikatoen en garen! - 'k Vind dat haken nog al laf! [pagina 33] [p. 33] Dan mijn som!... Tierliedom! Dansen aanstonds na het eten... Regt op, of van Pa een grom; 'k Had het gistren glad vergeten!... Zóó draait Jet haar beenen om; En wat maakt zij slechte passen! Piet is altijd vol grimassen. Wat zet Dolf zijn knieën krom! Oude sleur! Les-gezeur!... Als men mij eens hoorde praten, Door een reet of door een scheur!... 'k Had dat babblen moeten laten. - Ja... Mama staat voor de deur Met haar vinger reeds te dreigen... Mondje digt, en aanstonds zwijgen. Foei! ik krijg zoo waar een kleur! Vorige Volgende