Men kan zeggen: hij was nog zo jong. Dat waren mij dierbaarder dan de meeste nederlanders. Zij hebben het overigens niet zo gemakkelijk in de Bondsrepubliek, die duitsers die niet mee moordden, maar de vervolgden hielpen. Voor een man als Ernst Bruno Motzko, die joden verborg, is er in 1965 een aktie van de nederlandse radio, de vara, nodig om hem een onbezorgde oude dag te garanderen, maar in 1965 besluit Bonn wèl, dat de spaanse vrijwilligers in Hitlers oorlog tegen Oost-Europa, bijzonder duidelijke moordenaars dus, van Duitsland een jaargeld groot ongeveer tweeduizend gulden zullen ontvangen. Daarom sta ik uiterst gereserveerd tegenover de republiek van Adenauer & Globke. Niet minder dierbaar dan de nederlanders zijn mij ook die hedendaagse duitse jongeren die met de oorlog niets te maken gehad hebben en er hun afschuw voor uitspreken. Daarom zijn wij dus niet anti-duits. Maar die duitsers die het onvoorstelbaar misdadige fascisme hebben gediend (als miljonair in 1924, als Ministerial-direktor in 1934 of als generaal in 1944) nemen wij niet zonder meer om onze sympathie op. Het staat vast, dat de vervroegde invrijheidstelling van Krupp even onjuist was als het vonnis dat in de ddr over Globke is uitgesproken juist, en dat Speidel nog altijd moet worden veroordeeld.
Maar de gewone soldaat, zegt u ongeduldig en u verwijt mij dat ik afdwaal. Neem mij niet kwalijk. Betoogd is al, dat wij hem nu graag zouden willen omarmen, als hij maar iets gedaan heeft dat zijn weer-