119. Willem Streepje (2).
En wat zal Willem Streepje worden? Koning. Of hij wil of niet, of hij het kan of niet. Misschien zal hij liever hardfietser willen zijn of beter masseur kunnen worden, maar hij moet, en hij hoeft er geen eksamen voor te doen, wat wel vereist zou zijn als hij masseur zou willen wezen. Waarom? Omdat hem onder de levenden een bepaalde plaats wordt toegeschreven in de afstamming van Willem van Oranje, de Zwijger. Nou is het - ik heb dat al vaker gezegd - in de eerste plaats niet bewijsbaar dat zich één druppel van het bloed van de grote Oranje in zijn adertjes voortbeweegt. Als je in termen van bloed wenst te spreken is Willem Streepje voor vijftig procent een Amsberg en voor vijfentwintig procent een Biesterfeld. De overige vijfentwintig procent kun je met meer, vaak ook met minder zekerheid toeschrijven aan enkele duizenden duitsers en russen, die allemaal, evenals de Biesterfelds en de Amsbergen en jij en ik verzonken liggen in een humus van naamloze menselijke verstrengelingen. Op de ellestok van de geschiedenis zijn het maar de bovenste paar millimeters waar we van kunnen veronderstellen hoe het in elkaar gezeten heeft, en het blijft veronderstellen.
Er is nog meer dan de waarschijnlijkheid dat de rechtstreekse relatie tussen Willem Streepje en Willem de Zwijger van bizonder geringe betekenis is. Er is het feit van de promiscuïteit van al die mensen waar het om zou gaan en de waarschijnlijkheid dat in Nederland een heel groot aantal mensen hebben rondgelopen met een druppeltje bloed van de Zwijger of een van zijn nazaten, druppeltjes die elkaar best weer gevon-