ambtenaar mocht alleen stellen wat partijen hem meedeelden. Dus ik mee. Siep deed precies wat ik hem geadviseerd had. Hij deelde de ambtenaar de naam van zijn dochtertje mee: Eke Sybrens, hij keerde zich om en ging weg. Ik was getuige dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan, dus dat was dat. Als die ambtenaar iets anders durfde opschrijven, zouden wij nog wel eens zien.
Siep heeft het in Groningen verloren, het meisje kon nog wel Sybren heten, maar die s ging te ver. Toen hebben wij het voor het Hof in Leeuwarden gewonnen, daar zat, en terecht, een fries in, die zelf het voorbeeld aanhaalde van Pieter Jelles Troelstra: ook een s achter Jelle.
Ik stond, met dat oude dossier voor mij, versteld van de rompslomp en de ruzie die er over namen gemaakt wordt. Wist je dat de rechtskundige litteratuur ons ten aanzien van de voornamen van onze kinderen nog bond aan de wet van elf Germinal An XI, de franse tijd van vóór Napoleon? ‘Les noms connus de l'histoire ancienne’ zijn allemaal toegestaan, ook die uit de klassieke mythologie, want de laatste maakt volgens een Hof ‘een integrerend deel van de antieke geschiedenis uit’. Daarom kon een meisje wel Oenone heten, want dat was de naam van de bergnimf die, uit het hart van Ida voortgekomen, de eerste vrouw werd van Paris. Maar onze Eke mocht niet Sybrens genoemd worden, zeiden ze in Groningen. Het Hof in Leeuwarden heeft zich op een Soeverein Besluit van 15 mei 1815 beroepen en de s goedgekeurd. Als je het anderhalve eeuw durende gemeier ziet over zo'n s word je wel even stil van de haast waarmee op één dag in 1967 een Streepje door al die regelingen en rechtspraak is gehaald. Vind ik het dan niet fijn? Materieel is het mij best, maar formeel vind ik het een onheilspellend geschiedenisje.
Het doorneuzen van die oude ruzies levert merkwaardige zaken op. In 1856 stonden ambtenaren terecht die de voornamen Goeman, Hora en Winkler aanvaard hadden. Ontslag van rechtsvervolging. Borgesius, Siccama en Prins hebben de