‘Wij hadden naar Leningrad moeten gaan. Dat is een prachtige stad en dáár hebben ze mooie schilderijen!’
‘Maar daar hebben we helemaal geen tijd voor. Hoe ver is het hier vandaan?’
‘Zes uur met de trein.’
Een ingeving. Ik vraag: ‘Zijn er klassen in die trein?’
‘Jazeker! Drie klassen.’
‘En in ons plutokratiese kapitalistiese land maar twee!’ roept Martin.
Olga Petrova wacht een sekonde voor ze antwoordt: ‘Wanneer jullie het socialisme zullen hebben opgebouwd, krijgen jullie ook drie klassen.’
Ik kijk haar aan. Van haar gezicht beweegt geen spier, maar ik zie haar ogen tintelen.
Martin koopt in het warenhuis een buste van Lenin. Voor op de piano of zo, in plaats van of naast Beethoven. Je kunt ze ook krijgen van Kalinin en ga maar door. Wij spreken af dat wij morgen om een buste van Trotski zullen vragen.